Het ene miljoen is het andere niet

Met de Rally van Haspengouw is de kop er af in het Belgisch Rallykampioenschap. Wat we te zien kregen, was pure reclame voor de rallysport in ons land. We kregen strijd tot het bittere einde op de eerste, tweede rij en zelfs derde rij. Geen enkele plaats in de top tien lag vast voor de laatste proef. Pure propaganda, en daar mochten we allemaal van genieten. Ter plaatse, maar ook thuis: via facebook, de livestreams en de uitzendingen in Sporza en de journaals van de VRT. Allemaal: dat waren er volgens de promotoren zelfs 3,2 miljoen!

Of hoe er dus naast de rallywegen ook propaganda werd gevoerd…

Maandag, daags na de uitstekende uitzendingen, stuurde het BRC een bericht uit dat niet minder dan 3,2 miljoen kijkers genoten hebben van rallysport op televisie. Dat is natuurlijk klinkklare onzin.
Dat zou willen zeggen dat de helft van Vlaanderen aan de beeldbuis gekluisterd zat om rally te zien, en hoewel de opkomst voor de afgelopen manche riant mag genoemd worden, amper 1 procent van die
3 200 000 ‘kijkers’ zal ter plaatse geweest zijn in die prachtige fruitstreek. Wekelijks kijken er 15 miljoen Vlamingen naar het nieuws (op VRT of VTM), maar hoeveel tonen er op een blinde kaart Kiev of weten dat Paul Van Tigchelt een minister is? Om maar te zeggen, kijken is niet gelijk aan zien.

Wat de promotoren uiteraard bedoelen, is dat ze een potentieel bereik hebben van 3,2 miljoen kijkers, verspreid over twee dagen en zes (nieuws)uitzendingen. Mede dankzij Tom Boonen, toch een zegen voor de sport. Dat is een uitstekende basis en slogan voor in een sponsormap, maar geen cijfer om de wijde wereld in te gooien, want het schept een verknipt beeld. Persberichten zijn in eerste instantie voor journalisten, die er mee aan de slag moeten. En dat is wat we nu even doen.

Een correcter cijfer ware ‘unieke’ kijkers, eventueel gekoppeld aan het aantal gekeken minuten. Want CIM-cijfers worden berekend van zodra iemand een aantal minuten vastkleeft aan één programma. En uiteraard zullen heel wat trouwe volgers van het nieuws, de nieuwsflashes dubbel hebben gezien.
Dat de lange uitzendingen rond Kuurne-Brussel-Kuurne hingen, zal zeker geholpen hebben. Als er voor de koers 880 000 kijkers waren en voor het basketbal 220 000 kijkers, betekent dat er wellicht 660 000 televisanten hebben weggezapt tijdens de reportage die geschoten werd tussen appels en peren. Dat geeft al een ander beeld. De waarheid zal uiteraard ergens in de midden liggen, maar we willen gewoon even duiden waarom sommige cijfers nogal suikerstroperig zijn voorgesteld.

Van een ‘Chantal’ zullen de cijfers meer accuraat zijn. Daar kijk je met het gezin naar, 40 minuten lang. Bij een nieuws- of sportuitzending ligt dat anders. Je bekijkt de hoofdpunten en steekt dan een wasje in of ruimt de tafel op. Bij een sportuitzending op zondag is dat ook zo. Je staat jouw relatie te onderhouden aan de afwas of laat aardappelen van bij de lokale boer door de mandoline glijden voor gratinpetatjes.

Dat klinkt nu allemaal een beetje negatief,

maar…

Rally zat wel degelijk in die journaals en een hele zondag in ‘primetime’! Dat was objectief te zien en vast te stellen!

En hoe dat komt? Wel, omdat de promotoren er zijn in geslaagd om een product te maken, een heel aantrekkelijk product. Dat was een weg van jaren! Er zijn stevige sponsors aangetrokken de voorbije jaren en wellicht zullen er straks nog bijkomen. Hopelijk meer dan dat er wegvallen. Er zullen later nog meer vruchten geplukt worden, want de kalender kromp ineen tot zeven rally’s waardoor alle tenoren wellicht een heel jaar lang de degens zullen kruisen. Het product en het merk zal dus nog sterker worden. Er hangt ook opnieuw liefde tussen de RACB en het BRC, wat leidt tot een aangenaam en duidelijk pakket, voor rijders en toeschouwers. Rallysport krijgt opnieuw een smoel en een eigen identiteit. Dat is niet gemakkelijk, onze sport moet het niet hebben van rivaliteit onder supporters, maar wel van puur spektakel en respect voor de kunde van de rijders.

Wat is spannende televisie? Ploeg A tegen ploeg B, de goede tegen de slechte, Batman tegen de Joker. Dat heb je veel minder in rallysport, dus je moet alles goed kunnen kaderen tot een eenduidig, behapbaar, simpel product.

En dat product is heel goed ‘verkocht’ aan de VRT. Iedere sport kan tijd kopen op de VRT en dat gebeurt ook. Met handbal, paardensport, veldlopen … nu en dan eens… Maar de promotoren van het BRC zijn er in geslaagd structureel in beeld te komen, gespreid over het jaar. Dat was wellicht kostelijk, maar dat is vooral het resultaat van uitstekend lobbywerk. En ze hebben gelijk: cijfers op facebook en RTBF Auvio zullen dat beeld en die cijfers zeker versterken en vooral bevestigen.

Maar communiceren dat er 3,2 miljoen mensen genoten van rallysport is zaligmakend. De waarheid wordt verengd. Laat de rijders maar propaganda voeren. Strijd verkoopt als een zoet broodje. Dat volstaat meer dan ruimschoots!

En de Sandropov Award 2023 gaat naar …

Met een 700-tal unieke stemmen blikken we zeker terug op een geslaagde editie van de Sandropov Award. Veel schrijven we doorheen het jaar niet meer, dus uit het oog, uit het hart. Toch kwam het op één na hoogste aantal stemmen binnen. Al snel wisten twee genomineerden zich af te scheiden van de rest.

Onderaan bengelt een kwartet met Lyssia Baudet, Bastien Rouard, Jacob Leutenberger Madsen en Samuel Lay. Daarmee wordt de logica gerespecteerd. De Sandropov Award is een Vlaams onderonsje, en ook al proberen we onze Waalse of buitenlandse vrienden eens in de kijker te zetten, veel stemmen levert het niet op. Al was er dit jaar wel één grote uitzondering!

Opvallend, boven dat viertal staat Bjorn Syx al. De Poperingenaar deed het hier ooit veel beter. In zijn M3 was hij uiteraard een publiekslieveling, in de C3 ligt dat net iets anders.

Grégoire Munster gaat Syx net voor, en ook dat is vrij verrassend gezien de “Luxemburger” toch op een heel hoog niveau presteerde met Japan als absolute uitschieter.

De juniors snoepten elkaars stemmen af want voor Munster staat een trioletje met Maxim Decock, Jonas Dewilde en Tom Heindrichs. Dat Heindrichs netjes meegaat in dat pakketje is opvallend, want de broer van Thierry Neuville is nieuw op het toneel. Én, zoals zonet gezegd hebben niet-Vlamingen het hier wel wat moeilijker.

Rest ons nog twee namen. Zowel Belgisch kampioen Maxime Potty als VAS-revelatie Thijs Meirlevede namen meteen afstand en bleven een hele tijd in elkaars buurt. Maxime Potty haalde ruim een kwart van de stemmen. Thijs Meirlevede deed uiteindelijk nog een beetje beter en wist bijna een derde van de stemmers te overtuigen. Als je beide samentelt, weten jullie meteen ook dat de voorsprong van het duo op de rest overduidelijk was.

Meirlevede is een mooie naam in de rij en past volledig in het palmares. Meirlevede is nog vrij jong en excelleert. Met een snuifdoosje kietelt hij mannen met beter, jonger, sterker materiaal. Hij toont durf en lef, en combineert dat met regelmaat en een gezonde focus!

Dikke proficiat aan het hele team!

Dé prestaties van 2023 | Sandropov Award

Lijstjestijd!!! In 2023 werd er weer een pak geschiedenis geschreven, onder meer door Kalle Rovanperä, maar ook Maxime Potty, en we hebben in een aantal competities tot diep in het najaar moeten wachten om alle kampioenen te kennen. Dan mag je spreken van een boeiend seizoen.

Wereldkampioen zijn we weer niet geworden. Thierry Neuville zit ook stilaan in de herfst van zijn carrière en krijgt mogelijks in 2024 een gouden kans om zijn grootste hiaat op te vullen. Straks mogen we ons ook verwarmen aan een tweede Belg in het WRC, met Grégoire Munster, en dat is in een tijdperk met amper twee handjevol Rally1-wagens best wel opmerkelijk. In België kijken we uit hoe de nieuwe formule, die eigenlijk een doorslag is van de oude formule, zal aanslaan. Wie dient zich aan om Maxime Potty op te volgen? Wat steekt er nog in onze kweekvijver die nog altijd op laagwater staat? Wie laat zich opmerken?

Wie zich in 2023 alvast liet opmerken in onze ogen, vind je hieronder! De Sandropov Award is en blijft de enige award die door jullie wordt gekozen, en niet door een selectie journalisten en Brusselse bobo’s. Vingers aan de knoppen, en stemmen maar!

Lyssia Baudet
We doen het in alfabetische volgorde en dat betekent dat de vrouwen aan de top staan. Lyssia Baudet moest eind 2022 plots het gat vullen van Camille Mazuin die de rit niet uitdeed als RACB-pupil, en dat was eigenlijk best wel een verademing. Het was zeker niet allemaal even goed wat de 21-jarige toonde, maar er was telkens progressie en er waren zeker ook uitschieters zoals een heel degelijke Rallye des Ardennes en zeker de Spa Rally, ongetwijfeld geholpen door co-rijder Loïc Dumont. Baudet had er eigenlijk altijd moeten winnen. En ook al was de tegenstand niet al te zwaar, ze haalde wel flink uit! Ze mag fier zijn op haar seizoen. Hopelijk bevestigt ze in 2024 en trekt ze de stijgende lijn verder door!

Maxime Decock
Eind 2021 werden we door de onvermijdelijke Kurt Declerck getipt over een snelle lange zwabber die bij zijn eerste rally twaalfde werd in de 6 uren van Kortrijk in een Opel Adam Cup. Het was net iets te weinig voor een nominatie maar we beloofden wel plechtig dat we Maxime Decock zouden blijven volgen. 2022 was zeker een goed jaar waarin hij alles moest gaan ontdekken. 2023 moest dan het jaar worden om de vruchten te plukken. Dat deed hij evenwel niet met vooral een heel moeilijk seizoensbegin, maar in de tweede helft van het seizoen liet hij zich zeker opmerken op regelmaat en was hij een garantie op een podiumstek bij de juniors.

Jonas Dewilde
Maar er was er bijna altijd eentje beter dan Decock, en dat was Jonas Dewilde die al vrij snel de juniortitel binnenhaalde. Hij deed constant wat moest en bleef altijd strak binnen de lijn de verwachtingen. Net zoals bij Decock is het niet zo gemakkelijk zijn prestaties, overwinningen en titel naar waarde te schatten want het moet gezegd dat de spoeling juniors vrij licht is (voorlopig), en zich naast de toppers in de Stellantis Cup zetten, is nog te veel gevraagd. Tegelijkertijd hebben we ook verwonderd zitten kijken naar die heel matige prestatie in de East Belgian Rally, in de Clio Rally5. Hopelijk plafonneert Dewilde niet en kan hij blijven groeien!

Tom Heindrichs
En eigenlijk had de juniortitel nog naar iemand anders moeten gaan. Naar eentje die wel de toppers in de Stellantis Cup wist te sarren en te plagen. Julian Wagner en Marijan Griebel moesten ettele keren hun ogen uitwrijven, want wat Tom Heindrichs dit najaar liet zien was van een ontzettend hoog niveau, met onder meer winst in de East Belgian Rally en de Spa Rally.

Het zit duidelijk in het bloed want de amper 19-jarige Heindrichs is de broer van niemand minder dan Thierry Neuville. De jonge Oostkantonner wist zich in amper een half jaar tijd op te werpen als één van de publiekslievelingen. Hij is uitgegroeid tot één van de meest beloftevolle talenten van het land. Ongetwijfeld zal Tom goed omkaderd zijn en mag hij ongetwijfeld rekenen op de steun van zijn broer(s) om volgend jaar verder te groeien. Wordt Heindrichs op termijn dé opvolger van Thierry Neuville? Het zou zomaar kunnen. Laten we de druk nog even weghouden en vooral hopen op bevestiging in 2024.

Samuel Lay
Het had niet veel gescheeld of ook Samuel Lay kon in de voetsporen treden van Thierry Neuville. Net als onze vaandeldrager streed hij mee naar het zitje bij de RACB, maar hij won de contest niet en moest dan maar alleen aan de weg naar voor timmeren. Dat ging bijzonder rustig, met enkele one-shots en vooral een lange stilte tussen 2019 en nu. Maar opeens kreeg Lay, inmiddels al 28 jaar, ’t zot in zijn kop en betwistte hij de Clio Trophy in Frankrijk, één van de zwaarste cups van de wereld.

Lay deed dat voortreffelijk en tegen de zomer was hij bijna podiumrijp, met een vierde stek in de Rouergue. Maar het hoogtepunt lag ongetwijfeld letterlijk op de Mont-Blanc, waar Lay lang vocht om een stek op het podium en die ambitie kracht bij zette met een snelste tijd. Een nominatie voor één besttijd? Jawel, want dat gebeurt niet alle dagen. De jongste decennia slaagde daar niemand in al kwamen Cédric Cherain en zijn boezemvriend Gino Bux wel dicht in de buurt (Mont-Blanc 2020). Je moet al terug naar Thierry Neuville… Bux herlanceerde zijn carrière in Morzine. Misschien lanceerde Lay die van hem ook wel in de Alpenstad.

Jacob Leutenberger Madsen
Met een Deen hebben we wellicht onze vreemdste eend in de bijt vast. De 28-jarige Madsen (ik ga heus geen twintig keer die volledige naam schrijven) was eigenlijk tot eind september een nobele onbekende al werd hij wel in 2021 en 2023 kampioen van zijn land en werd hij in 2017 vice-kampioen in de Duitse Opel Cup, na ene Tom Kristensson en ver voor ene Grégoire Munster!

Veel komt Madsen niet uit zijn thuisland dus de Deen was een welgekomen attractie in Sankt-Vith. Hij viel bij zijn eerste passage meteen op en trok de lijn de ganse dag door om uiteindelijk als twaalfde algemeen aan te tikken, ruim een minuut voor thuisrijder Tom Heindrichs. Madsen mag nog komen!

Thijs Meirlevede
Het gebeurt niet al te snel dat we iemand in onze lijst opnemen die enkel VAS-rally’s reed, maar voor Thijs Meirlevede maken we graag een uitzondering. Veel koersen deed hij ook niet, met amper vier rally’s op de teller in 2023, maar telkens liet hij zich opmerken in een nochtans niet meer al te jonge Ford Fiesta R2T. Zonder tijdsverlies zat klassewinst er in Moorslede zeker in. Die winst kwam er in de Monteberg waar hij Jonas Dewilde achter zich hield om eerste voortrekker te eindigen. In Staden was er opnieuw klassewinst en eindigde hij op amper een seconde van Maxim Decock. En er volgde nog een overwinning in Kortrijk, bekroond met een knappe veertiende stek algemeen. Veel beter kan je niet doen. Meer van dat aub!

Grégoire Munster
We kunnen en mogen niet om Grégoire Munster heen. De 25-jarige Belg (gelukkige verjaardag trouwens!) zal niet wakker liggen van onze Award, want de grootste erkenning voor zijn seizoen kreeg hij al. M-sport neemt de Belg volgend jaar mee naar het WRC in een Rally1-wagen!
Er waren wat ups en wat downs, maar al bij al moet je spreken van een meer dan degelijk seizoen. We wissen snel even Kroatië en Portugal uit het geheugen en onthouden dat Munster lang op weg was naar winst in WRC2 in Kenya, won bij de juniors in Estland met de Rally3, winst pakte bij de Challengers in Griekenland, meer dan degelijk presteerde in Chili en de Central European Rally met de Rally1 en Andreas Mikkelsen het leven zuur maakte in Japan. Dat laatste was toch wel dé prestatie van zijn seizoen! Alles opgeteld moet je spreken van een geslaagd 2023.

Laten we vooral geen druk zetten op de jonge snaak. Munster moet vrij kunnen genieten van de ervaring in een competitie waar de zitjes ontzettend duur zijn! Sprokkelen waar nodig, uithalen waar kan!

Maxime Potty
Uiteraard moeten we ook spreken van Maxime Potty, de jongste BK-kampioen ooit! Potty dankt die titel aan een sterk begin van het seizoen. Hij domineerde tot in Ieper, als we even Bertrix buiten beschouwing laten. Ontzettend straf, want in 2022 was hij eigenlijk nog een kneusje en vooraf had niemand hem bij de topfavorieten voor de titel gerekend. Zelfs een outsidersrol werd hem niet toegedicht.
Ypres Rally steekt er voor mij persoonlijk bovenuit, omdat hij daar de titel echt is gaan zoeken, tot op de meet. Zijn slotoffensief was weergaloos met twee snelste tijden op het einde waarmee hij van plaats vijf naar drie sprong, de Powerstagepunten pakte en Cédric Cherain eigenhandig van het podium duwde.

Echter, het leek wel alsof die oplawaai Cherain nog meer ging motiveren waardoor Potty op het einde van het jaar plots nog onder druk werd gezet. Cherain had evengoed een nominatie verdiend, want hij heeft de titel van Potty zoveel mooier gemaakt. Maar wie stemt op Potty, stemt eigenlijk ook een beetje op Cherain. (Voila, iedereen content)

Bastien Rouard
Er was een tijd dat we in Rouard echt wel een opkomend talent zagen, maar plots begon dat een beetje te stokken. We hadden hoge verwachtingen toen hij mocht gaan proeven van een R5-wagen, maar die verwachtingen werden eigenlijk zelden ingelost. Er waren zeker mooie ereplaatsen, maar iets te vaak was het maar een beetje de hoop vullen en speelde hij slecht bijrolletjes.

2023 veranderde dat een beetje, al kunnen we niet zeggen dat hij nu finaal is doorgestoten. Rouard is nog altijd eerder outsider dan protagonist. Máár, Rouard verzekerde zich wel al snel van een plaats op onze shortlist, dankzij een uitmuntende prestatie in Dinant.

Herinnert iemand zich nog die doorweekte eerste april, waar Ott Tänak het mooie weer kwam maken? En weet iemand nog dat ene Georg Linnamaë de rally op zijn naam schreef? Helemaal onverwacht was dat niet want de Est trekt zijn streng in WRC2, en dan weet je het wel.
Maar het was Rouard zich al snel op kop zette met twee snelste tijden op rij en het was hij die een hele dag lang zorgde voor een geanimeerde strijd vooraan. Rouard bleef constant op hoog niveau acteren in een mooi startveld met onder meer Maxime Potty en Grégoire Munster.

Bjorn Syx
Afsluiten doen we met Bjorn Syx die de jongste jaren in zowat elk eindejaarslijstje stond en in elke compilatie opduikt dankzij zijn genereuze stijl met de BMW M3. Eindelijk kreeg ik wat ik wou, want ik wou al een tijdje dat Syx zich eens ging meten met een moderne wagen. Dat hoefde niet per se in een Rally2, maar klagen deden we zeker niet.

De Poperingenaar voldeed aan de verwachtingen en eindigde aan de poort van de top tien. Hij drong het verlies van bijna 2 sec/km terug, tot dik onder de seconde. Na Ieper knalde hij het podium op in de Omloop van Vlaanderen, weliswaar op ruime afstand van Niels Reynvoet en Jos Verstappen, twee namen die eigenlijk ook een nominatie verdienden na winst in respectievelijk Roeselare en de East Belgian Rally.
Daarna volgde nog een logische winst in Koekelare (na de opgave van Andy Lefevere) en een degelijke 6 uren van Kortrijk, waar hij net van het podium viel.

Nog enkele meer dan eervolle vermeldingen: Andy Lefevere, Niels Reynvoet, Jos Verstappen, Kurt Boone, Ludovic Vitse, Christiaan Spelmans, Julian Wagner, Marvyn Henrard…

Ypres Countdown ’23 – De conclusie: Derde keer, goeie keer voor Fourmaux

Na twee mislukte pogingen trof Adrian Fourmaux dan toch raak in de Ypres Rally. Stéphane Lefebvre kon zijn prestaties van vorig jaar niet herhalen en zal dus nog een jaar langer moeten wachten om zijn eerste algemene winst te scoren in de Kattenstad.
Een slagveld, wat we doorgaans gewend zijn, werd het niet, maar in grote lijnen werd de logica gerespecteerd met een Nordist voorop, een internationale topper vooraan, de Belgische titelrijders in het zog en een pak habitués en streekrijder er achter.

Gaan we nog eens het rijtje af?

Een Rally3 in de top tien was ronduit naïef. Zoals gezegd werd deze editie geen slijtageslag. De eerste niet Rally2-wagen vinden we op plaats veertien, met een uitstekende Amaury Molle. We hadden inderdaad beter geopteerd om een (N)RGT voor te stellen. Maar kijk…

Wat wel klopt is dat zowel Patrick Snijers en Benoit Verlinde het potentieel van die Rally3 hebben getoond. ‘De Lange’ deed dat in een gulle stijl in zijn stilaan verouderde Fiesta, Verlinde deed het dan weer in een vertrouwde stijl, die eerder berekend is, maar zoals zo vaak wél oplevert. Dat de twee elkaar gingen vinden blijkt uit het verschil, dat amper 40 tellen bedraagt. Verlinde opende wel met een tijd in de top twintig, maar leek zich daarna vooral te gaan focussen op Patrick Snijers, een heerlijke Mitchel van den Brink en vooral een goede uitslag. Opdracht volbracht.

Een Rally4 op P9 was zodoende nog dommer, want noch Marijan Griebel, noch Julian Wagner, konden het tempo van de Rally3 aan. Integendeel. Ze hadden hun handen vol met Jonas Dewilde die een dijk van een koers reed en Tom Heindrichs die geen resultaat reed, maar de top drie wel wist te enerveren met opnieuw heel strakke tijden.

Ook plaats 8 was een beetje hoog gemikt voor Steven Dolfen en Steve Bécaert. Bécaert werd negentiende. Dat kon misschien nog een plaats of twee, drie hoger na het verlies op Hollebeke1, maar zelfs een top vijftien ging moeilijk worden. Die ambitie mocht Dolfen wel koesteren tot hij ietwat ‘lullig’ (om zijn eigen woorden te gebruiken) kennis maakte met een stuk omhooggeschoten beton van Fluvius. Stek dertien zat er in… Misschien schuilde net daarin het ongeluk.

Met plaats zeven kwamen we wel flink in de buurt. Gilles Pyck eindigde na een oerdegelijke wedstrijd knap achtste en liet een pak schoon volk achter zich. Zoals voorspeld vond Bjorn Syx op een ietwat onorthodoxe manier wel snelheid en drong hij het verlies van 1,5 tot 2 seconden per kilometer terug tot dik onder de seconde. Dan maak je progressie bij een vlekkeloos debuut! Hopelijk krijgen beide verhalen een vervolg want in het huidige BRC-klimaat zit een podium er later dit jaar zeker nog in!

Ook met stek zes zaten we er flink naast. James Williams was één van dé smaakmakers van deze editie, maar kon dat niet vertalen in een resultaat nadat hij op zaterdag even van de baan ging. De Brit was wel enkele keren te vinden in de top tien, en had door ook kunnen eindigen. Hij was negende toen hij voor het eerste kennismaakte met een Ieperse trench. Een beetje meer ervaring, een beetje efficiënter (al hoeft dat voor ons niet) en een beetje meer geluk en dan zien we de Brit volgend jaar misschien wel in de top vijf, of misschien zelfs op het podium. Hij heeft er alleszins nog zin, vertelde hij, terwijl hij reeds aan het turen was om mijn betere helft eens goed vast te pakken in die stevige, bonkige armen. Oja, we blijven sowieso fan! Verstappen kende een soortgelijk verhaal, met een beetje pech op de verkeerde momenten, maar ook hij flirtte constant met tijden rond of zelfs in de top tien.

En dan begon onze glazen bol goed te werken. Davy Vanneste begon ontzettend strak op Westouter met een vierde tijd, maar leek zich dan editie 2021 te herinneren. Hij had een tempo vast dat moeilijk vol te houden was. De voormalige garagist vond echter snel een ritme waar hij zich goed bij voelde, en dat lag verdomd hoog. Die top vijf zat er heel lang in, maar de toekomstige kampioen van België dacht er nog anders over! Ook voor Verschueren zat top vijf er nooit in. Op regelmaat tikte hij vrijdagavond aan als zevende. De Oost-Vlaming dreef het tempo op zaterdag op, maar het tempo vooraan lag desdanig hoog dat opschuiven er niet meer in zat. Verschueren mag in zijn ‘oldsmobiel’ wel terugblikken op een heel correcte, strakke wedstrijd.

Met Freddy Loix en Niels Reynvoet zaten we ook best goed. Niels Reynvoet kende ook een begenadigd weekend dat hij matuur besloot door zich niet meer te willen mengen in de strijd om de titel tussen twee Waalse kemphanen. Reynvoet presteert nu al een tijdje op hoog niveau, drukt de foutenlast, en lijkt finaal gelanceerd. Dikke pluim! Maar dé prestatie van het weekend kwam toch wel van die enige echte Westhoekwolf zeker. We hadden zo te doen met Freddy Loix die op weg leek naar het podium, en zijn tanden leek te zetten op die tweede plaats. Tot die verdomse lekke band. Zijn tweede in 25 deelnames, na die waar Kris Meeke van profiteerde? Iemand die ons kan helpen?
Het ging meermaals over de tongen afgelopen weekend… Die twaalfde zege in Ieper? Laat ons die nog niet uitsluiten! Een ouwe vos/wolf/rot/…? Loix stond hoogstwaarschijnlijk naast Indiana Jones in het iconische Jordaanse Petra toen de beker van een overjaarse timmerman Sean Connery aan een langer leven hielp.

Met plaats drie zaten we er eindelijk eens op. Maxime Potty blijft gewoon verrassen. De amper 23-jarige Waal zocht een stevig tempo waarmee hij zijn rivalen enerzijds onder druk kon blijven zetten en anderzijds de kat uit de boom keek. Op Hollebeke1 achtte Potty zijn moment gekomen. Freddy Loix ging lopen met de besttijd (!) om Chris Ingram onder druk te zetten, Potty dacht: die moet ik volgen! Het werd het begin van een weergaloze reeks tijden die hij besloot met twee snelste tijden, winst op de Power Stage en een sprong op het algemene eindpodium, met twee tienden van een seconde, ten koste van Cédric Cherain, zijn Nemesis in het BRC. Dat doen, op dat moment? Dan ben je kampioenrijp en -waardig! Ik herhaal graag deze woorden van vorige week. “Geeft Potty de doodsteek aan het BRC in Ypres? Op papier wellicht nog niet. Op het telraam wellicht nog niet. Maar als Potty straks meedingt naar een podium, dan weet iedere Belgische liefhebber wie de titel toekomt! En zelfs al komt er nog een onmogelijke ommekeer in het BRC, dan nog zal Potty in onze harten zitten.” Cherain zijn ogen en mimiek spraken boekdelen aan de buitendeur van de Riba.

Plaats twee dan. Ja, ik weet het. Het was opportunistisch en had ik mijn geld moeten zetten, ging ik dat altijd aan een Fransman hebben gegeven. Soit. Dat er eentje van die top drie letterlijk of figuurlijk, of mechanisch, ging plooien, leek zonneklaar. Stéphane Lefebvre werd kind van de rekening na een ongeziene tuimelperte. Straffer dan Steve Bécaert indertijd op Langemark, of Takamoto Katsuta op Dikkebus, of Fred Berville op Wijtschate, … Tenzij jullie iemand kennen die meer dan achttien keer rolde? Het was met het mes tussen de tanden en je kan enkel besluiten dat Lefebvre in de fout ging. Het onthoofde wel meteen de wedstrijd, en dat was een groot verlies voor onze zaterdagetappe waar we ons vooral moesten opwarmen aan de zon, wat geen probleem was, en aan het Belgische duel vooraan. Fourmaux deed het als Loix, indertijd. De concurrentie versmachten, doorduwen, foutloos blijven en gericht uithalen, en hop: binnenhalen die handel. Fourmaux is een WRC-topper en een heel mooie winnaar in Ieper, en het zal niet bij die ene keer blijven. Adrian is een kind van de streek, en van zodra ie kan, komt hij zeker terug om de teller aan te dikken!

Mijn nummer 1, Chris Ingram, was geen al te zware gok, maar eerder een certitude op een dichte ereplaats. Ingram volgde in de openingsfase, maar maakte niet de fout die Lefebvre deed. Hij liet even begaan en keek toe hoe die twee Nordisten zichzelf in de prak reden. Op zaterdagmiddag rook de Brit bloed. Met drie besttijden op rij knokte hij zich terug in de strijd en probeerde hij druk te zetten op Fourmaux, maar de Rijselse dokter bleek niet onder de indruk. De Brit met de mooiste lippen en de langste hals van het niet-Europese niet-vasteland besliste op tijd om vrede te nemen met stek twee, en dat is een hele mooie plaats! Eentje die hopelijk gezien wordt, ver buiten België. Ingram is minstens Europese top. Wereldtop? Geef die jongen eens een zorgeloos jaar bij M-Sport of het tanende Toksport of het al te chauvinistische Citroën Racing? Mocht dat ooit nog lukken, dan komt Ingram nooit meer als outsider aan de start in Ieper, maar wel als favoriet!

Té onthouden! Ik heb weinig vuil gezien en weinig onveilige situaties, maar wel veel vrijwilligers en veel inzet in een goede organisatie. We smachten naar de wedstrijd van weleer, maar mits wat classic ‘Heuvelland’-proeven, iets meer kilometers en iets meer sfeer op het eindpodium, kunnen we gerust leven met deze formule! Een tipje dat we al vaak hebben gegeven: open niet met een proef van 7 kilometer, maar zorg voor een iets langere kp, waar het volk zich meteen kan spreiden en piloten meteen hun tanden mogen in bijten!

Ypres Countdown ’23: #1 Chris Ingram

De uitslag van de Ypres Rally is zoals voorspellen wanneer de aarde opnieuw plat wordt of wanneer mijn jonge mezen het nest zullen verlaten. Niet te doen. Zelfs ronduit onmogelijk, of zelfs nooit. Maar onze glazen bol werkte in 2022 nog altijd wonderwel, en dus hebben we geen enkele reden om die opnieuw op te blinken met een bidon bleekwater en een wreef van ons fluweel. Vorig jaar richtten we ons reeds op Rally2, dit keer kunnen we ons richten op een algemene overwinning. Lefebvre kreeg het vorig jaar na een fikse ‘koorde’ nog warm voor de ‘groene’ tafel en een top vijf zonder Belg was zowat ongezien… Maar in 2023 laat het WRC ons links liggen. De favorieten echter, luisteren nog altijd naar dezelfde naam.
Sandropov leidt je naar de nummer 1: Chris Ingram

Uiteraard nemen we een grote gok en had de post van gisteren, vandaag beter gepast, maar Fourmaux en Lefebvre combineren was van moetens, en hoe origineel en uniek waren we dan? Bovendien wilden we nog eens echt, als vanouds, één naam naar voor schuiven. Misschien dom naïef, maar wie geld wil rapen, zet maar beter centen op de Brit.

Ingram loop al bijna tien jaar in onze radar, en dat is best straf want de opgespoten giraf is amper 28 jaar. Hij stond in 2013 al aan de start van de Ypres Rally. Hij reed enkele edities in een Renault Twingo R2, maar in de resultaten viel hij pas op vanaf 2015 toen hij met de Peugeot aan de start kwam. Podiumrijp viel hij uit, maar in 2016 pakte hij in de Opel Adam wel de ‘grand slam’ en in 2017 leek hij dat over te doen, tot hij van de baan ging. En dan zagen we hem even niet meer.

Daarna, als Europees juniorkampioen en in de U27, probeerde hij zich een baan naar boven te werken. Dat resulteerde in een Europese titel in 2019 (waar hij vreemd genoeg de juniortitel moest laten aan Filip Mares. Die mag verdorie ook eens afkomen).

Daarna was het gedaan. 2020 werd zowat een sabbatjaar, 2021 het jaar van Lazarus. De Brit eindigde vierde in WRC2 met onder meer twee podia. Vorig jaar eindigde hij zevende, en derde in WRC2 Junior, een klasse die ondertussen werd afgeschaft.

Om onszelf een goede referentie te geven, pikken we mid-2022 op, in Ieper. Ingram opende op Vleteren met de snelste tijd, maar hij viel kort later terug na enkele fouten. De Brit stapelde daarna sterke chrono’s op terwijl hij niets te verliezen had en Stéphane Lefebvre en Andreas Mikkelsen bikkelden voor elke seconde. Ingram keek niet naar het Frans-Noors duel, maar smeet zich er gewoon tussen. Een beetje meer regelmaat en dan is winst in Ieper niet eens zo zot bedacht. Ingram houdt van Ieper, en wij van hem.

Ingram past in het rijtje van de eerdergenoemde Franse mannen die een sisyphusarbeid verrichten om op het hoogste niveau te kunnen meedingen. Binnen twee weken is hij er 29. Dat is gewoon te oud voor een carrière. Was hij een Ier dan hadden we misschien een rechtmatige opvolger voor Craig Breen, maar nu?
Jackpot in Ieper en een goed najaar. Misschien kan dat eens zorgen voor een zorgeloos 2024 waar hij zijn potentieel kan tonen in de schoot van een merk. Straks falen en Ingram wacht een carrière van aanmodderen en proberen. Vagevuur! Sleutelen aan Citroëns in Béthune, of aan Toyota’s in Cul-des-Sarts, of erwten vervoeren bij Darta.

Zoals ik gisteren opperde: winst van Lefebvre? Zou dat geen ‘kleine’ winnaar zijn? En mocht Ingram winnen? Zouden we dan spreken van een zwakke editie?
Neen, begot neen! Hoe sterk Ypres 2023 is, zal de komende jaren blijken, als Lefebvre een nieuwe PSA-wagen naar de top brengt in het WRC, en als Fourmaux straks alsnog een WRC-rally of drie op zijn naam schrijft, of als Ingram een betaalde stek vindt en dan nog drie keer WRC2-kampioen wordt. De rekening van het post-WRC-era in Ieper, willen we gerust op de lange baan schuiven en de komende jaren maken.

Hoe het podium er ook ziet, weinig Belgisch wordt het zeer zeker, en dat op zich is al nieuws waard.

We kunnen enkel hopen dat er veel publiek komt, en dat ze geen 72 uren gaan zagen over de jongste twee jaren. Williams, Belgisch kruim, Fourmaux, Lefebvre en Europees kampioen Chris Ingram… We hebben het ooit met veel minder moeten doen! Wat lopen we eigenlijk te janken en sarren? Ga vrijdag een worstje eten bij de pompiers van Mesen en drinkt ietske van de Koninklijke Fanfare waar de zon altijd schijnt.

Wat we missen? Een Heuvelland van 38 km. Als we ons binnen tien jaar de winnaar van editie 2023 niet meer heugen, dan wel een Heuvelland van 38km!

Safe! Proper! Zo nuchter als mogelijk tot zaterdag 21 uur! En dan komt alles goed.
Liefs!
S.

Ypres Countdown ’23: #2 Een Nordist

De uitslag van de Ypres Rally is zoals voorspellen wanneer Thibault Courtois opnieuw Rode Duivel wordt of wanneer persagentschap Belga me zal bellen om terug een full-time job op te nemen! Niet te doen. Zelfs ronduit onmogelijk, of zelfs nooit. Maar onze glazen bol werkte in 2022 nog altijd wonderwel, en dus hebben we geen enkele reden om die opnieuw op te blinken met een gorgeltje ochtendauw en een wreef van ons theedoekje. Vorig jaar richtten we ons reeds op Rally2, dit keer kunnen we ons richten op een algemene overwinning. Lefebvre kreeg het vorig jaar na een fikse ‘koorde’ nog warm voor de ‘groene’ tafel en een top vijf zonder Belg was zowat ongezien… Maar in 2023 laat het WRC ons links liggen. De favorieten echter, luisteren nog altijd naar dezelfde naam.
Sandropov leidt je naar de nummer 2: een Nordist.

Een betere combinatie konden we niet vinden. Stéphane Lefebvre en Adrien Fourmaux, twee Nordisten. De ene gevormd uit klei, de andere gevormd in medische kennis. Twee gevallen engelen. De ene zat in een gebakken zetel bij Citroën, maar voldeed nooit aan de verwachtingen. De andere zit zich in een onnodige gratie te werken. Onnodig, tenzij er nog een merk komt aandraven of M-Sport alsnog meer wagens gaat inzetten, …

Jullie denken al… Meent hij dat nu? Zijn nummer één? Ooooh godver ja!

Laat ons bij de eerste beginnen.

Stéphane Lefebvre lijkt steeds meer op François Duval. De Nordist wil flitsen en verbazen, maar hoeft daarvoor geen ellenlange voorbereiding of een engagement. Dat Belgische Kampioenschap in 2022. Dat was een mooie opdracht, in harmonie met DG Sport. Beetje verkennen en het klusje klaren, met overmacht. Ik ken de werkethiek niet van Lefebvre, maar ik kan me inbeelden dat het idee van de beste te zijn in zijn hoofd, genoeg is. ‘Fever’ is Duval en zij zijn Frank Vandenbroucke. ‘Het idee van de beste te zijn, is genoeg!’ Lefebvre gaat wel ten onder in een goede generatie waar ook onder meer Eric Camilli in zat, en waar binnenkort ook Nicolas Ciamin en de frères Franseschi’s in zullen komen te zitten. En wat rest dan? Pierre-Louis Loubet? Veel eieren in een schaal, en dan nog een Corsicaan…. Zelfs Sandropov ziet het voorlopig niet.

Uiteraard start Lefebvre straks als favoriet. Hij is Belgisch kampioen en de jongste WRC2-winnaar van Ieper. De Béthunois dacht het te halen op punten, om terug gebeiteld te zitten, maar een souvereine titel in België is verre van genoeg om terug in het zicht te lopen van het ERC/WRC. Lefebvre is gedegradeerd tot gastrijder. Nogmaals. Lefebvre liep in de val van een competitie die zich de beste in Europa noemt, terwijl we dat echt echt écht niet zijn.

En dat verdient hij niet. Lefebvre is top, maar dan mag hij het eens gaan tonen, verder dan Landen en Huy. Laat ‘m maar eens kampioen van Tsjechië of Letland worden? Zal niet lukken!
Zomaar zonder voorbereiding Ieper gaan winnen. Ja, het mag. En dat mag opleveren! Maar wie raapt ‘m straks op? Nog één keer? Niemand toch niet? Was Lefebvre vorig jaar nog een grote winnaar, zou hij dan dit jaar geen kleine winnaar worden?

Maar Adrien Fourmaux daarentegen. Een halve generatie jonger en uit dezelfde gouw, maar wel opnieuw op het rechte pad. Fourmaux komt straks als leider in het BRC (niet ons BRC, maar het Britse kampioenschap) aan de start. Fourmaux zit in vorm en ook al kende hij in Ieper nog geen succes, de Nordist zit in hoogvorm. Zijn teambaas bij M-Sport vroeg tijden, en daar zorgt hij al het hele jaar voor. Na de evoluties op de Fiesta is hij meer dan mee in het WRC en leidt hij in het BRC. En Fourmaux zal nu wel vat hebben op ons parcours.

Topman Richard Millener en guru Malcolm Wilson zijn fan, net zoals wij dat zijn, sinds dat hij de Franse juniors op een hoopje reed in Le Touquet 2018. Millener en Wilson liggen niet meer wakker van resultaten van Fourmaux, maar willen vooral hun product, de Fiesta Rally2, zien scoren. En dat doet Fourmaux. Hij etalleert hun machine, terwijl de Fiesta vaak als kneus wordt gezien in het landschap van Rall2y.

In Groot-Brittaninië kent hij zijn gelijke niet. In Sardinië troefde hij alle evoluties van Skoda en Citroën af. Fourmaux ging jammer genoeg van de baan op de slotproef van Sardinië, als autoritaire leider in WRC2, maar bij M-Sport hadden ze al genoeg gezien. Ze hadden hun promospot al lang klaar. De Fiesta is opnieuw een winnaar, mits de juiste persoon aan het stuur. De leider, met een Fiesta, met een wiel af, 10 minuten in beeld… Mooier kon het niet zijn. Dat was meer dan een overwinning waard.

De crash van Fourmaux in Sardinië lijkt op dat vlak bijna georchestreerd. ‘Niets stopt ons, tenzij we onszelfs uitschakelen’, dachten ze in het Britse Cockermouth.

Fourmaux lijkt meer klaar dan Lefebvre… Maar zijn ze beide klaar genoeg voor onze nummer één?

Ypres Countdown ’23: #3 Een titelprotagonist

De uitslag van de Ypres Rally is zoals voorspellen hoeveel milliliter er zal vallen tijdens een onweersbuis of wanneer ik nog eens iets zal schrijven op deze blog, los van de Countdown. Niet te doen. Zelfs ronduit onmogelijk, of zelfs nooit. Maar onze glazen bol werkte in 2022 nog altijd wonderwel, en dus hebben we geen enkele reden om die opnieuw op te blinken met half gietertje gesmolten hagelwater en een wreef van mijn onderbroek die al die onweders heeft overleefd, maar nat blijft. Vorig jaar richtten we ons reeds op Rally2, dit keer kunnen we ons richten op een algemene overwinning. Lefebvre kreeg het vorig jaar na een fikse ‘koorde’ nog warm voor de ‘groene’ tafel en een top vijf zonder Belg was zowat ongezien… Maar in 2023 laat het WRC ons links liggen. De favorieten echter, luisteren nog altijd naar dezelfde naam.
Sandropov leidt je naar de nummer 3: een titelprotagonist.

Eigenlijk heb ik het redelijk simpel en braaf gehouden dit jaar. Een beetje de laatste VAS-manches gevolgd en nu en dan iets gelezen over het Belgische Rallykampioenschap. Veel meer kunnen we ook niet dan dat, want BRC-artikels lezen is zowaar een dagtaak geworden. Laat me zeggen dat ik misschien één van de weinigen ben die nog de moeite pakt om ze te lezen, maar dan toch de moeite niet neemt om te gaan CTRL-C’en en CTRL-V’en, enkel en alleen om een toonaangevende website te vullen.

En naar het schijnt doet ene Maxime Potty het daar in ons BRC wel oké. De voormalige circuitadept maakt zijn debuut in de Countdown, ook al is hij aan zijn derde deelname toe. Potty verscheen pas na Ypres vorig jaar voor het eerst op deze blog, maar ik noemde hem meteen dé revelatie van 2022, nadat hij net geen besttijd draaide vorig jaar, maar wel netjes in de RC2-top tien eindigde. Schuldige van die gemiste besttijd? Een Spanjaard, die ook hoge ogen gooit! En aangezien jullie van quizjes houden en deze blog toch royaal gesponsord wordt door Bavik Premium Blauw uit Bellegem: Wie stuurt als eerste die Spaanse naam door? En ik lieg een beetje. Want in Le Touquet, coronjaar 2021 met ene Marijan Griebel als elektrische 0, zeiden we al: ‘Dat gastje rijdt toch wel een goeie steek.’

Potty mocht dan al een blikvanger zijn in editie 2022, wat hij nu laat zien, tart eigenlijk de logica en eenieders verbeelding.

We keken allen onze ogen uit in Landen, waar hij opende als tweede en de volle pot in het BRC nam. William Wagner snoepte hem de winst af. (Zeg William? Komt eens naar Ieper é, angsthaas!)
Wie in de Haspengouw dacht een slag te slaan in het BRC (Gino Bux, Cédric Cherain, … (oei, de opsomming is reeds uitgeput)) was er aan voor de moeite. South Belgian Rally? Kolfje naar de hand van Potty. Dinant? Enkel gefnuikt door mechanische besognes. TAC? Simpelweg bevestigen en pas na de ‘groene tafel’ moeten verliezen tegenover Cherain. De Wallonie en de Sezoens? Laat me die maar graag oppikken, dan ik me problemen in Bertrix permitteren, wat ook gebeurde. Kortom, Potty heeft alles onder controle.

Geeft Potty de doodsteek aan het BRC in Ypres? Op papier wellicht nog niet. Op het telraam wellicht nog niet. Maar als Potty straks meedingt naar een podium, dan weet iedere Belgische liefhebber wie de titel toekomt! En zelfs al komt er nog een onmogelijke ommekeer in het BRC, dan nog zal Potty in onze harten zitten.
Soms is het omgekeerd. Een Belgische titel als uitloper van een carrière. Bij Potty, amper 23 lentes jong, kan het dé opstap zijn naar meer. Titel halen, en dan weg! Geen dertien rally’s meer in België, maar misschien nog zes, aangevuld met een WRC2 of twee/drie onderweg, een Franse Terre of twee, een Britse manche of twee, … Zoeken naar een Griek met een toekomstvisie en een centje… Potty heeft een toekomst! En die moet hij ASAP grijpen. Die jongen gaan we toch echt niet telloor laten gaan?

Doet de RACB nog een programma na Tom Rensonnet in het WRC? Dan kan Potty de enige rechtmatige vaandeldrager worden, maar we kunnen de nieuwe kampioen van België 2023 enkel beter wensen dan dat!

Potty zit echter in een luxepositie. Tempo rijden en de titel met een handje vastnemen. Hij kan ook aanvallen en zich meten met de Europese top, wat nieuw zou zijn. Of hij kan zich richten op zijn enige Belgische concurrent, en dat is Cédric Cherain.

Cherain wordt een taaie. Cherain is ‘honeybadger‘. Cherain heeft weinig tot niets te verliezen. In 2018, zijn laatste optreden (!!!) werd hij vierde. Over 2016 en 2015 gaan we niet spreken, maar in 2014, net geen tien jaar terug werd hij wel tweede.

Wil je eens enkele namen horen van mannen die toen mee reden?

Zeg maar ja!

Freddy Loix, die ook won. Oud-winnaar Luca Rosetti, de laatste Italiaan op de erelijst. Wijlen Craig Breen, laatste algemene winnaar in R5. Esapekka Lappi, … Kortom, Cherain hoeft niemand te vrezen, maar we willen geen Cherain die punten telt, of die zo dom naïef is te denken dat hij dit jaar nog kampioen van België kan worden. We willen een classic Cherain. Cherain die op Westouter een draai geeft aan iedereen, en toont: ‘Ik wijk voor niemand’. En daarna gewoon erop blijft, bevestigt en bestendigt.

Cherain kan Potty aan. Dat heeft de TAC Rally getoond, dat heeft Bertrix getoond. Maar dat ze elkaars voelsprieten 220 km lang zullen knuffelen, … daar heeft het een pak schijn naar.

Podiumrijp zijn ze beide, maar ze gaan moet rekenen op pech vooraan! En die komt er wel!

Ypres Countdown ’23: #4 Een ouwe wolf en jonge schapen

De uitslag van de Ypres Rally is zoals voorspellen hoelang Rusland nog zal heersen over de Krim of wanneer ik mijn gras nog eens zal afrijden. Niet te doen. Zelfs ronduit onmogelijk, of zelfs nooit. Maar onze glazen bol werkte in 2022 nog altijd wonderwel, en dus hebben we geen enkele reden om die opnieuw op te blinken met een dropje Dettol en een wreef van onze Belga-klak. Vorig jaar richtten we ons reeds op Rally2, dit keer kunnen we ons richten op een algemene overwinning. Lefebvre kreeg het vorig jaar na een fikse ‘koorde’ nog warm voor de ‘groene’ tafel en een top vijf zonder Belg was zowat ongezien… Maar in 2023 laat het WRC ons links liggen. De favorieten echter, luisteren nog altijd naar dezelfde naam.
Sandropov leidt je naar de nummer 4: een ouwe wolf en/of en jonge schaap.

Er is maar één Westhoekwolf en ja, die vreet jonge schapen op: en die luistert naar de naam Freddy Loix. Met elf overwinningen vul je geen dozijn, dus mag er nog altijd eentje bij. De ‘Fast’ was elf keer aan het feest in de Kattenstad en het zou me niet verwonderen, dat wanneer ze stellingen van de Menenpoort wegnemen dat één van de leeuwen vervangen is door een bronzen beeld van Loix. De Limburger is Mr. Ypres en zal dat wellicht tot in de eeuwigheid blijven. Of het zou snel moeten keren, maar tegen dan ben ik al (minstens bijna) vijftig en zit ik aan een visvijver, te hengelen naar eeuwige jeugd.

Ik moet nog navragen aan Loix waar hij die vond, want de recordwinnaar leek daar eerder al eens beet te hebben. Loix ziet er nog altijd dezelfde uit als 20 jaar geleden en tapte recent een stevige slok elixir door te trouwen met zijn verblindende Dulcinea. Je zou voor minder jong blijven.

Loix lijkt toe aan zijn zevende jeugd. Vorig jaar klokte hij best wel knappe tijden, om maar net de Master Cup (kleine kokhalsje) te missen. Hij trok die lijn door door te winnen in Oudenaarde en mits wat meeval won hij ook in Valais, daar waar hij 15 jaar geleden op een haar na de IRC-titel moest afgeven aan een mountainbiker die in Ieper nooit verder raakte dan Wijtschate en in de Condroz geen twee keer Strée kon overleven. (Pintje voor wie zijn naam hier als eerste noemt!)

In Wervik was het weer boenk erop met enkele rake klappen, maar hij moest wel de duimen leggen in de Tabakstad. Niet tegen een mountainbiker, maar veel scheelt het toch niet. Oud-tweewieler Niels Reynvoet pakte revanche na zijn tweede stek in Oudenaarde vorig jaar.

Feit is: Loix is een ouwe wolf, maar kan nog bijten. In de nieuwe Skoda Fabia Rally2 zal hij ongetwijfeld zijn tanden laten zien. En waar Loix vroeger telkens uithaalde op de lange proeven om elf zeges te sprokkelen, hoeft hij nu geen krachten te sparen, want de enige keer dat hij zijn uithoudingsvermogen nog zal moeten aanspreken is op Hollebeke. Al de rest is zelfs de naam KP Geluwe niet waard, en als het daar nog lukt voor de Fast (Geluwe 2), dan lukt het overal. Dat dozijn volmaken,… Nee, dat zal niet lukken. Een podium er bij? … Dan kruipt er al twijfel in onze stem. Straks krijgen we ongetwijfeld de beste Loix sinds 2016 te zien! Op een blaadje geef ik het!

Loix krijgt straks wel zijn jongste vijand tegenover zich. Freddy haalde het in Oudenaarde, Niels Reynvoet, och here dat schaap, pakte hem netjes terug in Wervik.

We zijn dan ook geneigd heel hard te kijken naar Wervik, waar Reynvoet en Loix de rest van het pak achter zich hielden en nu al enkele keren elkaar terugvinden. Net zoals bij Davy Vanneste, Jos Verstappen, … kijken we heel hard naar de jongste resultaten.

En laat Niels Reynvoet net de man in vorm blijken. En een Reynvoet in vorm, das een hele taaie! Dat eindigt niet, of dat eindigt hoog! Reynvoet leek tot midden vorig jaar even te worstelen met zichzelf. Hij plooide zelfs heel even terug op lagere klasses. Even koersen zonder druk, in de luwte, … Maar nu lijkt hij helemaal terug, eigenlijk al sinds Ieper vorig jaar.

Reynvoet snoepte in november 2022 het herbronningsmomentje van Verschueren af. Zelfs na een wisselvallig seizoen pepte Skurrie zich telkens op aan Kortrijk. Dat zat er vorig jaar niet in! Reynvoet klopte de recordwinnaar en zorgde zelf voor een catharsis.

De South Belgian Rally was méér dan oké. (We negeren de TAC Rally.) De Wallonie was méér dan goed, ook al eindigde die op krikken en de Sezoensrally was méér dan verwacht. Het was de voorbode van een fiks pak slaag voor de concurrentie in Wervik. “Wie is er klaar voor Ieper? Hier se! Ik, Niels! Beste Belg in Ieper? Das wel iets dat zou staan!” ’t Zal wel zijn, Niels! Ga ervoor, grijp het! Als het vooraan te warm wordt? Eerste Vlaming is ook al iets!

Eén naam vergat ik de jongste dagen en dat was die van Charles Munster. Voorlopig weinig regelmaat maar als we de prestatie van Reynvoet in de Sezoens bestoefen, dan moeten we hoog dringend Munster noemen, want de jonge Charles bezorgde zichzelf en co Ward Hanssens daar ei zo na een podium. Dat haalde hij wel netjres in de Rally van Bertrix. Dat tempo in Ieper? Mja,… dat wordt vooral uithouden… Charles had hier misschien vroeger moeten passeren in de Countdown, maar hij mag ons gerust eens ongelijk geven. En stel nu eens, dat ik er op zit???

Ypres Countdown ’23: #5 Een gast met een Polo en ene zonder

De uitslag van de Ypres Rally is zoals voorspellen wanneer de rente bij den Bacob opnieuw zal stijgen of wanneer mijn oudste dochter nog eens kaas zal lusten. Niet te doen. Zelfs ronduit onmogelijk, of zelfs nooit. Maar onze glazen bol werkte in 2022 nog altijd wonderwel, en dus hebben we geen enkele reden om die opnieuw op te blinken met een gorgeltje tongschuim en een wreef van onze vergeelde T-shirt met ‘Anderlecht Kampioen’ op. Vorig jaar richtten we ons reeds op Rally2, dit keer kunnen we ons richten op een algemene overwinning. Lefebvre kreeg het vorig jaar na een fikse ‘koorde’ nog warm voor de ‘groene’ tafel en een top vijf zonder Belg was zowat ongezien… Maar in 2023 laat het WRC ons links liggen. De favorieten echter, luisteren nog altijd naar dezelfde naam.
Sandropov leidt je naar de nummer 5: een gast met een Polo en ene zonder.

Iedereen geprikkeld om te lezen? ’t Gaat dus over Davy Vanneste die zijn Citroën inruilde voor een Volkswagen Polo en Vincent Verschueren die de Polo verving door een Skoda.

Het is de eerste keer, in zowat een decennium ‘Countdown’, dat ik ‘Nest’n’ en ‘Skurrie’ zo dicht bij elkaar zet, laat staan bij elkaar. Voor de ene zal het wellicht een eer zijn, voor de andere misschien een ontgoocheling. Ik weet niet hoeveel beide namen al voorkwamen in mijn jaarlijkse adventskalender doorheen de jaren, en ik ben te lui om het op te zoeken. Dat het veel was, is zonneklaar. Het voelt aan alsof ze al een eeuwigheid meedraaien.

Ik denk wel dat het de eerste keer is dat we Davy zo hoog noteren. Ik ging dit in 2022 al doen, maar kwam op die beslissing terug.
Veel meer dan de logica respecteren doen we eigenlijk niet. Davy was onlangs de snelste in de Monteberg, maar moest de overwinning door een slecht getimede drop hemelwater wel aan Jos Verstappen laten. Dus dat we Davy voor Jos zetten, is logisch.

Twee jaar geleden begon de Menenaar/Wervikaan furieus in Ieper met twee snelste tijden in de klasse, en dat in een WRC-jaar. De halve wereld stond perplex en moest gaan opzoeken hoe je Davy Vanneste uitspreekt. Zijn blitzkrieg eindigde wel snel, na een foutje. Vorig jaar pakte hij het anders aan. Davy vergat echter die hyperfocus, draaide tijden die we bijlange niet van hem gewend zijn, en ging op de openingsdag zelfs drie keer rechtdoor.

De VW-rijder moet gewoon iets tussenin vinden, en dat is moeilijk als je maar een beperkt programma rijdt, maar wel altijd met ambitie start. We hebben de neiging hem altijd te onderschatten, nu hoop ik dat ik hem met P5 niet overschat.

En dan is er nog Verschueren. Ik dicht de generatiegenoot van Davy op basis van de jongste maanden misschien zelfs te hoog in, want we moeten toegeven dat er iets raars aan de hand is met de voormalige kampioen van België. Skurrie heeft altijd veel tijd nodig om zich aan te passen aan nieuwe wagen. Dat zeg ik niet, dat zeggen de resultaten. In het warm nest van Godrive, begon hij wel zijn draai te vinden in de VW Polo, dat bewees hij vorig jaar nog in Ieper. Toen dat verhaal afliep – en ik neem hier even de tijd en ruimte om Gaby te bedanken voor zijn tomeloze inzet de jongste jaren. Als je er niet meer bent, wordt je snel vergeten, maar Sandropov vergeet niet! Dank voor jouw mooie carrière, in, naast en rond de wagen!!!

Ik herneem.

Toen dat verhaal afliep, keerde Vincent terug naar de wagen die hem kampioen maakte, de Skoda Fabia R5, maar veel geluk bracht hem dat nog niet. In Wervik was hij ronduit nergens. We kunnen alleen maar hopen dat hij er bergen testwerk heeft verricht. In de Sezoensrally was de snelheid er, maar hij vergaloppeerde zich aan het tempo van Maxime Potty, met een crash tot gevolg en ook dat zijn we niet gewend van de Oost-Vlaming.

Kortom, de snelheid is er nog, maar de vraag rijst of Skurrie het tempo over een hele rally nog aankan? Dat heeft hij de jongste jaren net iets té weinig getoond. Hij heeft uiteraard zelf de lat hoog gelegd door kampioen van België te worden in 2017. Een herhaling van dat boerenjaar, kwam er nooit. Maar we zijn ons geloof nog niet verloren en Verschueren heeft een pak in zijn mars. Een heel flink groot pak! Een stevige top vijf zou hem een boost geven, ongetwijfeld.

Ypres Countdown ’23: #6 Een buitenlander

De uitslag van de Ypres Rally is zoals voorspellen wanneer de rente bij Gemeentekrediet opnieuw zal stijgen of wanneer een smoske met alle groentjes opnieuw onder de 3,8 euro zal zakken. Niet te doen. Zelfs ronduit onmogelijk, of zelfs nooit. Maar onze glazen bol werkte in 2022 nog altijd wonderwel, en dus hebben we geen enkele reden om die opnieuw op te blinken met een gorgeltje gorgels en een wreef van onze Belga-klak. Vorig jaar richtten we ons reeds op Rally2, dit keer kunnen we ons richten op een algemene overwinning. Lefebvre kreeg het vorig jaar na een fikse ‘koorde’ nog warm voor de ‘groene’ tafel en een top vijf zonder Belg was zowat ongezien… Maar in 2023 laat het WRC ons links liggen. De favorieten echter, luisteren nog altijd naar dezelfde naam.
Sandropov leidt je naar de nummer 6: een buitenlander.

Eigenlijk is ‘een buitenlander’ misplaatst want de ene gaf de wereld een Nederlandse wereldkampioen in België met een inlandse madam, en de andere vertrouwt ons toe dat hij volgende week naar huis komt.

Er was recentelijk wat commotie over de bekende mensen in het BRC, maar eigenlijk vond die discussie nooit een steekvlam. Volledig terecht, want is ons kampioenschap echt armer met Junior Planckaert of Tom Boonen? Ik denk het niet!

Ons kampioenschap wordt besproken dankzij hen, en ene Jos Verstappen heeft daar ook toe bijgedragen. Die twee coureurkes zullen mits aanpassing en ervaring ook wel hun plaats opeisen, maar de ‘Boss’, die staat er wel, en daar kun je niet omheen. “Als je flirt met 320 km/u, dan zal 180 km/u ook wel gaan”, predikte Jos een jaar terug. En zo geschiedde. Verstappen werd niet zomaar een marginaal bijvoegsel op die korte inschrijvingslijsten in het BRC. Hij werd ook een attractie. En die attractie is rijp om iets te tonen in Ieper. Anders win je, ondanks wat commotie, de Monteberg niet.

Papa Verstappen stapte pas vorig jaar in een rallywagen, maar toonde wel meteen iets. Geen fabelachtige tijden, maar wel wel snelle regelmaat, zoals het een circuitpiloot betaamt.

Vorig jaar zat hij al op koers voor een WRC2-top tien in Ypres. Dat zal dit jaar niet minder zijn, na winst in de Monteberg en een tweede plaats in de Sezoensrally. Als je Davy Vanneste kan kloten in het Heuvelland, dan kan je ook in Ieper héél dicht eindigen.

En dan James Williams! Voor veel mensen is de Brit nog een grote onbekende, hoewel Sandropov hem al, tot twéé keer toe, nomineerde voor de Sandropov Award, en hij zelfs mijn eigenste stem kreeg op die Award. Williams zit al sinds 2018 op mijn radar.

Williams eindigde zelfs eens tweede in de strijd om de belangrijkste rally-award van het jaar. “James, not enough to win, but this results makes it very clear: Belgian fans love you. There is no real price (read: money) attached to this award, but if you come back to Belgium, you’ll get a souvenir. That’s for sure!”, zei ik toen. Ypres zal me weer meer geld kosten, dan dat het oplevert.

Wat ik in het verleden schreef, blijft helaas.

“Hoe de toekomst eruit ziet, is onduidelijk, maar voor ons mag hij voor eeuwig en altijd Ieper aandoen, want hoe hij over die bolle holle wegen dendert is ronduit sensationeel”, schreef ik in 2020. Williams is een ontzettend groot talent, en in mijn ogen nog altijd een rechtmatige opvolger van Elfyn Evans of Richard Burns, al moet ik toegeven dat ik het Britse kampioenschap de jongste jaren van héél ver volg. Dus mogelijk rijden daar nog andere ongeslepen diamanten rond. Dat die warse Britten dat niet in hun kop krijgen? Onbegrijpelijk. Williams is 25 jaar, dus het is voor nu, heel binnenkort, of nooit. Noem gerust deze editie van Ieper zwak, maar we hebben wel James Williams aan de start!

En nu ook even empirisch bewijzen?

Derde Britse Junior bij zijn debuut in 2017 in Ieper, alleswinnaar (RC4 (das RC4 algemeen é), juniors, Brits 2WD) in 2018, zestiende algemeen in 2019 en beste RC4, … Williams houdt van de Salient! Dat is duidelijk.

Williams is slim en clever. Terwijl de Britten het laten afweten, komt hij hier scoren, samen met Dai Roberts (Broer van Jaffa, co-rijder van Craig Breen). Hij zal punten pakken, en weerom internationale ervaring opdoen (tegen mannen die we de komende dagen nog gaan vernoemen).
Gaat Williams voor punten, of voor resultaat? Das nog de vraag… Maar de Brit is een sensatie, en laat niemand je het tegenoverstelde wijsmaken! Top zes? Eigenlijk zijn we nog te braaf! Geef die mens een podium!