Een eeuwige loterij: dat is de Ypres Rally. Het is gemakkelijker te gokken op een datum van een nieuwe regeringsvorming of te raden wanneer we eens een zomer gaan krijgen zonder F.C. De Kampioenen op het televisiescherm. Wordt het warm, dan is die korte vrijdag vaak al een calvarietocht. Mocht het regenen, dan zijn de wegen rond Ieper een ijspiste en zijn de diepe dijken langs de gladde wegen ware loopgraven. Toch proberen we eens het licht te laten schijnen op de mogelijke uitslag in de R2-klasse.

Mijn countdown was nog niet goed en wel begonnen of er begonnen al een aantal lezers aan mijn mouw te trekken om eens een blik te werpen op de R2’s. Velen beginnen echt te genieten van die klasse waar een horde jonge leeuwen alle logica tarten met hun kleine wagentjes, en terecht. Altijd spanning troef, zeker gezien er bijna dubbel zoveel R2-wagens aan de start staan dan R5’en en s2000’s samen!

Hierbij toch een poging en vooral enkele tips voor mensen die de jonge garde eens willen overschouwen komend weekend. In tegenstelling tot de algemene prono, ga ik me beperken tot een soort van sterrenstatus. Let op, ik ga hier geen 40 namen bespreken. Wie geen ster kreeg, zien we absoluut geen rol van betekenis spelen (sorry Wim Carton). Bovendien moet ik eerlijkheidshalve toegeven dat ik ze ook niet allemaal ken, en dat ik tal van namen nog moet ontdekken.

★: Arthur Tanghe, Ferdi Perneel, PJM Cracco, Nikias Priem, Frédéric Perrard, Max Vatanen

DSC_1252U merkt, heel veel rijders van de streek. Daar zitten jonge mannen tussen zoals Arthur Tanghe die nog volop aan het ontdekken zijn en enkele rijpere mensen zoals Ferdi Perneel die op ervaring en regelmaat azen op een stekje binnen de eerste tien à vijftien R2’s. Ik heb het lijstje nog aangevuld met Max Vatanen en Frédéric Perrard. Perrard moest erbij want de Fransman moet zo stilaan de top tien binnenschuiven qua meeste deelnames in Ieper. En Vatanen omdat het een Vatanen is. Het is verre van zijn vader, Ari, dat wel, maar hij brengt kleur op de deelnemerslijst. Vatanen kon in het verleden nog op geen enkel moment overtuigen en we zien daar niet meteen verandering in komen.

★★: Fabian Kreim, Bruno Thiry, Adrian Fernemont, Victorien Heuninck, Joachim Wagemans

Een klein clubje met twee Opel Adams. Fabian Kreim wist in Wervik indruk te maken, maar kon zijn teamgenoot Griebel bijlange niet volgen. Bruno Thiry zien we dan weer heel wat testwerk verrichten voor Opel. We schatten Bruno hier misschien te laag in maar alles hangt af van de ingesteldheid van de Oostkantonner. Adrian Fernemont heeft wellicht te weinig kilometers in de benen om echt mee te strijden. Bovendien is die Fiesta R2 bijlange niet meer de sterkste van het pak. Fransman Heuninck had nog niet veel geluk dit jaar. Twee motorblokken opgeblazen in twee weken,… Bovendien vervalt Heuninckske te vaak in oude gewoontes, namelijk naast de baan sukkelen. Een supersnelle man, maar niet consistent genoeg. En Joachim Wagemans heeft net als Fernemont “de pech” in de Fiesta te zitten, maar kan zeker een rol van betekenis spelen. Wagemans is nog piepjong en heeft nog niet zoveel ervaring, maar een top tien zit er zeker in.

★★★: Petter Kristiansen, Chris Ingram, Gino Bux, Marijan Griebel, Guillaume de Mevius, Jamie Brown, Thibault Radoux, Stephen Wright

DSC_0235Een lange rij met tal van Belgen. Vooreerst zijn we optimistisch gestemd over Gino Bux, de RACB-rijder. Meer dan degelijk bij zijn ERC-aantredens en met een duidelijke progressiecurve. Ook bij Guillaume de Mevius is de progressie duidelijk merkbaar. Vorig jaar nog heer en meester in R1, dit jaar een vaste waarde in de R2-klasse. Enkel een stevige crash in Tielt is een smet op zijn mooie seizoen. Thibault Radoux is voor mij dan weer een zekerheid in de top tien, ook al treedt hij aan met de Fiesta R2. (btw: denk nu niet dat ik die Fiesta een slechte wagen vind, bijlange niet, maar de jaren beginnen te tellen). Hij reed dit jaar enkel in de Wallonie, maar was meteen snelste Fiesta. Radoux besloot vorig jaar zijn internationaal seizoen met een schitterende vierde plaats bij de Europese voorwielaangedreven klasse, straffe kost.
En dan zijn er nog de buitenlanders. Jamie Brown en Stephen Wright hebben al heel wat ervaring op onze wegen. Brown en Wright lieten zich dit seizoen al opmerken in België met schitterende prestaties in Tielt en de Wallonie. Die andere Anglofiel Chris Ingram ging dan weer in de leer in onder meer het Franse kampioenschap. Blitzprestaties waren er nog niet, maar dat hoeft ook niet voor een twintigjarige jongeman. Progressie was er wel. Ingram zakt af met een mooie tweede plaats op zak in het Junior Kampioenschap op de Azoren. En dan is er nog de Noor Petter Kristiansen, momenteel derde in het juniorkampioenschap ERC na twee podiumplaatsen. Hij mist misschien wat gebrek op asfalt, ook al reed hij op het podium in Ierland. Besluiten doen we met Marijan Griebel die imponeerde in Wervik. Op sommige momenten snelste bij de voorwielaangedreven wagens toen Steven Dolfen en Vic Heuninck zelfs nog in koers zaten. De Duitser zag zijn rally bekroond met een indrukwekkende vierde stek. Twee jaar geleden reed ene Davy Vanneste ook eens vierde in Wervik met een R2. Vanneste flirtte toen in de rally van Ieper met een stek rond de top tien. Ik wil maar zeggen … Griebel dus zeker iemand om in de gaten te houden. Jammer dat ik geen drieënhalve ster te geef heb.

★★★★: Jan Cerny, Cedric De Cecco en Kevin Demaerschalk

De 24-jarige Tsjech Jan Cerny is momenteel leider bij de ERC-Junior na winst in Estland en Ierland. Bovendien heeft Cerny heel wat ervaring, en zeker op brokkelasfalt als dat in Ieper. Hij komt het vaak genoeg tegen in Tsjechië. Cerny is een van de referenties in eigen land, en blijkt dit seizoen ook te gaan oogsten op internationaal niveau. Bij Skoda doen ze er goed aan de jongen te volgen, als mogelijke opvolger van Jan Kopecky (die we uiteraard missen in Ieper). En dan zijn er nog twee Belgische referenties. De Cecco is al jaren de referentie in R2. Dit jaar ongelukkig door een nukkige waterpomp in Le Touquet (terwijl hij maar op een zucht stond van Cédric Cherain) en door een crash in de Wallonie (op een moment dat achter hem de grote leegte gaapte), maar vast en zeker een podiumkandidaat in Ieper. En Kevin Demaerschalk mag uiteraard ook beschouwd worden als een referentie. Demaerschalk zoekt naar zijn weg terug naar de top, na een woelige periode als RACB-rijder, maar één ding blijft zeker: Demaerschalk blijft een rastalent.

★★★★★: Stéphane Lefebvre

DSC_2843Aan wie anders dan de Fransman Stéphane Lefebvre kan ik vijf sterren geven? Ja, de strijd zal fel zijn binnen de R2-klasse maar in mijn ogen is er maar één topfavoriet. Lefebvre is pas een godenkind. Sinds 2010 speelt hij ieder jaar een hoofdrol in de Franse merkencups. Vorige jaar was hij nog de grote uitdager van ene Kevin Abbring in zijn thuisland in de Peugeot 208 Rally Cup. Lefebvre miste op een haar na de titel en een campagne in de 208 R5 door mechanische problemen in de Condroz.
Maar hij bleef niet bij de pakken zitten en besloot zijn carrière op een hoger niveau te brengen in het ERC. In de Liepaja klokte hij in de sneeuw meteen tijden in de buurt van Jan Cerny en de Scandinaven (faut le faire), maar een brandje op de slotproef betekende de opgave. Daarna won hij wel mooi de R2-klasse in Le Touquet en graaide hij netjes de winst mee in WRC3 in Portugal. Recent was hij ook de snelste Junior op de Azoren. Met andere woorden, er staat dit jaar geen maat op Lefebvre.
En nu komt Ieper. Een rally die hij vreemdgenoeg nog nooit reed. Hij komt hier zeker en vast een parcours tegen dat op zijn maat gemaakt is, want Lefebvre is een echte Nordist. Noem hem dus gerust de François Delecour, uit Cassel afkomstig, van de jaren tien, al is deze knul een pak vriendelijker en waarschijnlijk ook een flink stuk sneller!