Tags

, , , , , , , ,

blog

Met de eindejaarsfeesten voor de deur en gezien de grote winterluwte op de Belgische rallywegen wordt dit hoogstwaarschijnlijk mijn laatste uitspatting van 2011. Het was een mooi jaar. In het WRC zorgde Sebastien Ogier dat dat saai geworden kampioenschap opnieuw stekels heeft. Een jongeman die niet op zijn mond is gevallen. Alleen een sigaret in zijn bekkie, of een vuile baard ontbreken om hem echt een enfant terrible te noemen. In het IRC konden we ons van begin januari tot november opwarmen aan de prestaties van de Belgen Freddy Loix en Thierry Neuville. Beide heren streden tot het einde om de titel. Drie Belgische zeges tussenin, drie tweede en drie derde plaatsen. En in België kreeg Pieter Tsjoen eindelijk nog eens een beetje tegenwind.

Op internationaal vlak wist onder meer Quentin Gilbert te imponeren.

Jong Frans geweld Quentin Gilbert rijdt in Le Touquet in de Renault R1-cup iedereen hopeloos verloren en tart alle logica door in Epernay in een kleine Clio RS op het podium te eindigen. De Mini WRC was meteen mee, met onder meer overwinningen van Pierre Campana en Patrick Snijers en een wereldprestatie van Dani Sordo in de Haguenau. En wat te zeggen van Hans Weijs Jr. in Ieper, meteen het podium op. Of Thierry Neuville die Juho Hänninen kwelt op de Golden Stage in Cyprus. Of Gilles Nantet die met een Porsche de Franse titel grijpt. Craig Breen mengt zich in Schotland meteen in de debatten in zijn debuut met de Fiesta s2000. De winst van Simon Jean-Joseph in Auxerre, bij zijn comeback! Weet u nog? Het zijn van die momenten die spontaan in het hoofd springen. En zo zijn er nog een paar. Enkele hoogtepunten met een hoog Belgische gehalte.

Stefaan Stouf in de Boucles de Spa

Stouf mag de Legends Spa op zijn palmares schrijven.

Spa opende naar aloude gewoonte het rallyseizoen en dat zorgde meteen voor een verrassing van jewelste. Stefaan Stouf ging er met de overwinning aan de haal. Alhoewel, we zullen nooit weten wat er gebeurd is met die lamentabele tijdsopname. De problemen met het Tripy-systeem, dat de tijden en de snelheid meet, zorgden ervoor dat Stouf de rally met weinig glans won. Doch zijn we er van overtuigd dat de overwinning verdiend was, na zijn exploot in de RAC 2010. Laat ons hopen dat Stouf – Erard het kunstje volgend jaar nog een keertje fijntjes overdoet en de criticasters de mond snoert.

Jonas Langenakens in de Haspengouw

Langenakens klokte een besttijd in Landen.

Jonas Langenakens reed een heel knap seizoen, alleen jammer dat hij reed in een dood kampioenschap. Mijn leeftijdsgenoot (’85 was prachtig) kon zich te weinig meten met categoriegenoten en reed dan ook bijna onbezorgd naar de titel in Group N, ofte Klasse 3. Misschien was dit al het jaar te veel voor Langenakens in die Mitsubishi.

Ook jammer voor de jonge Limburger dat dé knalprestatie van 2011 al in het begin van het seizoen viel. In de Haspengouw was hij exquise. In extreem moeilijke omstandigheden reed hij naar een tweede plaats algemeen met een besttijd op proef Zepperen (!!!), wat meteen deed vermoeden dat Langenakens misschien wel eens een te duchten klant zou worden voor de titel. Uiteindelijk is dat ook gebleken want na onder meer klassewinst in Ieper en daar vlot scorend voor het BK, en mooie prestaties tussenin, verzekerde de snaak uit Landen zich van een tweede plaats in het BFO-BRC, het Belgische kampioenschap. Vice-kampioen dus.

Hans Weijs in de Wallonie

De prestatie van Weijs in Namen was licht buitenaards.

De naam is al gevallen. Hans Weijs zal zich 2011 nog lang heugen na een dijk van een wedstrijd in Ieper, maar ook daarvoor liet de jonge Nederlander zich al opmerken. In de derde wedstrijd van het Belgische rallykampioenschap verscheen hij aan de start met een Citroën C2 s1600. Weijs imponeerde met een verbluffende aanvalslust. Hij eindigde op een zesde plaats, temidden van enkele Nederlandse WRC’s en s2000’s. Hij klokte zelfs een derde tijd. Een exploot. Het leverde hem de BFO-award op, een nieuwigheidje dit jaar die de aanvalslust van een piloot beloont. Zonder die knalprestatie zou Weijs vast ook aan de start gestaan hebben in Ieper, maar zijn prestatie in Namen was alvast een duwtje in de rug.

Patrick Snijers in de Sezoensrally

Bochtolt: het grote gelijk van 'De Lange'.

Het is misschien een beetje misplaatst om een topper als Patrick Snijers in een rijtje te zetten dat vooral de kleinere goden of grootse momenten wat wil belichten. Maar wat ‘De Lange’ liet zien op het onverhard rond Bocholt was een klein huzarenstukje. Snijers nam voor de tweede keer dit seizoen plaats in de Skoda Octavia van BMA, na een vroege opgave in Tielt. De Skoda’s van Bernard Munster waren tot dan beschimpt door talrijke opgaves (herinnert u zich nog het forfait van Vincent Verschueren vorig jaar in Roeselare), maar hier, niet toevallig op onverhard, klopte alles. Snijers amuseerde zich en trok met een brute stijl ten aanval. Hij rook zijn kans na de vroege opgave van Pieter Tsjoen. Snijers ontdeed zich eerst van Erik Van Loon, (Onderschat dat vooral niet, want de Nederlander is vertrouwd met dergelijk parcours en beschikte over een uitstekende Ford Focus WRC) en nam daarna de hanschoen op tegen Alexandre Romain. Uiteindelijk finishte Snijers als tweede op een zucht van de overwinning, maar zijn prestatie was een overwinning waard!

François Duval in Doornik

Duval was weergaloos in dat onnozele sprintje in Doornik.

Eerlijk. Ik heb dit jaar niets indrukwekkender gezien dan de passages van François Duval in de rallysprint van Doornik. Duval won er ook. Je zou kunnen zeggen dat het niet meer dan normaal was dat Duval er won, maar dat was het niet. De gewezen fabriekspiloot stond er aan de start met een Citroën C2 R2 en nam het onverschrokken op tegen Marc Duez in een Porsche GT3 (u weet wel, die wagen die in Frankrijk kampioen werd). Duez werd wel een keertje opgehouden door een voorganger, maar ook Duval moest soms door het stof van een andere wagen. Maar soit, de winst blijft vanzelfsprekend lijken. Het was vooral ‘a touch of geniality’ dat boven die rode C2 hing wat het allemaal zo indrukwekkend maakte.

BTW: ene Kevin Demaerschalk werd in Doornik volledig zoek gereden!

Kris Princen in Rallye Mont Blanc-Morzine

De Mont Blanc was een van de beste rally's ooit van Kris Princen.

Kris Princen was opnieuw ontembaar dit jaar in zijn gele Renault Clio R3. Hij won de internationale R3-trophy, maar een prestatie die er echt boven uit stak was zijn klassewinst in Morzine, meetellend voor het Franse asfaltkampioenschap. Princen zelf noemt het een van zijn mooiste herinneringen ooit, en terecht. De rally in de Haute-Savoie is één lange uitdaging en een slijtageslag voor het uithoudingsvermogen en concentratie. Dat Princen het haalde met amper 10 seconden voorsprong op lokale held Thomas Barral maakt het nog mooier. En oja, hij vierde er zijn titel! Die Belgische internationale titel mag ook eens belicht worden!

Kevin Demaerschalk in de Omloop Van Vlaanderen

Demaerschalk was op zijn sterkst in de tweede jaarhelft.

Kevin Demaerschalk deed in Roeselare een beetje wat Hans Weijs deed in Namen. Demaerschalk reed er naar een fantastische zesde plaats met de Citroën C2 R2, achter 5 WRC’s. Hij klopte een rist standaarwagens en ook de Clio R3 van Herman Kobus. Vooral op de natte proeven was Demaerschalk meesterlijk. Die knalprestatie opende de deur om in de Condroz aan de start te staan met de Peugeot 207 s2000.

Het wagentje wist niet wat hem overkwam na een paar middelmatige prestaties van zijn vaste bestuurder Dominique Bruyneel. Demaerschalk klokte zelfs een besttijd. De jongeman zag zijn prestaties overigens deze week nog bekroond door de RACB die hem verkoos tot ‘Rookie van het jaar’.

Hij lijkt nu al te spelen met de C2 zoals Thierry Neuville hem dat ooit voordeed. Als het hem lukt, en dat hopen we van harte, en er word een programma opgezet in het buitenland, dan voorspellen we ook deze jongeman een gouden toekomst. Zoekt Philippe Bugalski geen nieuwe Belgische leerjongen?

Cédric Cherain in de East Belgian Rally

Cherain werd tweede in de EBR, ondanks deze schuiver.

Wat ik echt wou, was eens het volledige seizoen van Cédric Cherain onder de loep nemen. Echter, dat is alleen maar mogelijk als je ook de levenslijn van die Renault Mégane RS eens bekijkt, en als je dat doet dan is het onmogelijk om naast de prestaties van Manu Guigou in Frankrijk te kijken. Guigou kroonde er zich zelfs kampioen mee in Group N. Kampioen in de standaardklasse met een voorwielaangedreven wagen. Dat fronst de wenkbrauwen.

Die Mégane is een juweeltje op technisch vlak, een beetje zoals zijn leeftijdsgenoot de Citroën DS3 R3. Ze zien er niet uit, ze klinken als stofzuigers waar dringend een nieuwe zak in moet en soms lijkt het alsof ze het meest bizarre traject verkiezen, alsof de wagen meester is van de piloot. Claudie Tanghe vond de DS3 maar niets en er is nagenoeg niemand die het potentieel van die wagen al heeft getoond in België. Bruno Thiry en Raphaël Aucquier, en uiteraard Thierry Neuville, slaagden daar wel in, maar het zijn maar eenzame lichtpuntjes. En ook die Mégane is een raar beest. Kris Princen leek zich dit jaar meer te amuseren met de Twingo R2 (in de Wallonie), dan met de Mégane (in Ieper). Om nog maar te zwijgen van de sortie van Eric Mauffrey in Ieper, waar de Mégane ook een eigen willetje had.

En toch wist Cédric Cherain er een van de knapste prestaties van het jaar mee voor te leggen. Cherain acteerde dit jaar op een ontzettend hoog niveau en wist de Mégane zelfs zijn eerste internationale Group N-zege te geven in de Wallonie. Ontluikend, maar wat hij in Sankt-Vith liet zien was zowaar nog straffer. Hij was bijna de hele rally sneller dan Jonas Langenakens op een extreem vettig parcours waar de voorwieltrekker normaal toch duidelijk in het nadeel is. Cherain reed ontzettend strak en parkeerde dat gedrocht op een tweede plaats algemeen. Om het met de woorden van Peter Baert te zeggen: ‘Cherain versloeg alle logica’. En uiteraard was die prestatie te danken aan een matig deelnemersveld en het wegvallen van Alexandre Romain, maar toch… Toeval is het niet.

Bruno Blaise in de East Belgian Rally

Blaise schoof zich naar een vijfde stek in Sankt-Vith.

En wat te zeggen van Bruno Blaise in diezelfde rally. Sandropov stak ook al vaker de loftrompet op voor deze man, maar zijn prestatie in de EBR vraagt dat ik nogmaals doe. Het was aanvankelijk eerder verrassend dat Blaise verkoos om te strijden in het nationaal gedeelte in plaats van in het criteriumkampioenschap, maar achteraf gezien begrepen we de keuze. Blaise wou eens tonen wat hij echt waard is, zich meten met de toppers.

En hoe? Met zijn kleine Clio RS eindigde hij vijfde na een reeksje toptijden. Hij was onder meer sneller dan Eric (bovenstaande) Mauffrey en eindigde slechts op een handvol seconden van Cédric de Cecco in een Mitsubishi Evo X.

Blaise is veelal actief in het Waalse ASAF-kampioenschap. Wallonië blijft toch een uitstekende leerschool met mooie en moeilijke proeven waar je het kaf van het koren kan scheiden. Hoeveel keer is de naam Blaise of Wilkin of Castremanne al niet gevallen op deze blog. En dat ik gelijk heb bewees ook Stephan Hermann in het Criteriumgedeelte. Een prestatie (winst) die gerust naast de vijfde plaats van Blaise kan staan.

Voilà. Daarmee gaan we richting 2012. Blij dat ik nog eens mijn toppers op een rijtje heb kunnen zetten, en toch ben ik er nog veel vergeten of heb ik er bewust genegeerd. Aankomen was onder meer een eerste vereiste. Kies hieronder voor uw Belgisch topmomentje, en oja, vergeet even de recordzege in Ieper van Freddy Loix of die twee zeges van Thierry Neuville in het IRC. Probeer eens net iets verder te kijken.