Tags

, , , , , , , ,

blog

Lang duurde het niet aleer een geciteerde jongeman tot deze korte en krachtige premisse kwam. De rondkoers: een zegen voor het publiek, een vloek voor piloten. Het verhaal stopt daar echter nog niet. Heel wat mensen reageerden, anderen schoten zichzelf in de voet door kritiek te uiten zonder zelf een stelling te poneren. Lezers, laat ons de aanleiding van dit bericht niet vergeten: Sebastien Sturbois kreeg vorige week hulp van Philip Cracco om nieuwe overwinning te boeken in zijn mooie Corolla WRC. De Peugeotrijder hield ongewild (want daar gaan we toch van uit) een aanstormende Hubert Deferm op. Enkele weken ervoor moest ook Marc Duez de zege aan François Duval laten nadat hij enkele seconden verloor achter een tragere deelnemer.

Een zegen voor het publiek lijkt een normale reactie. Je ziet veel wagens op korte tijdsspanne en twee wagens in elkaars buurt brengt vaak heel wat spektakel met zich mee, maar veel reacties uit dat gewone publiek waren ook pertinent tegen rondkoersen.

Vervalsing

Lieve jongens op La Redoute. Hermann (links) ging winnen in D123.

‘Ze vervalsen de wedstrijd. Rondjes rijden hoort niet thuis in de rallysport. Het is gevaarlijk.’ Vooral dat laatste werd meerdere keren aangehaald. Elke rallyliefhebber houdt van spektakel en ziet graag mannen (en vrouwen) op de limiet rijden en als het eens fout gaat, komt er wel eens een glimlach op eenieders gezicht, als en slechts als piloot en co-piloot er goed uit komen. Toch zien de toeschouwers die kans niet graag gestimuleerd door een externe factor als daar is: de rondkoers.

Vooral rondjes draaien op onverhard is uitgesloten klinkt het. Het zware ongeval van René Kuipers in de Sezoensrally van 2009 kwam snel naar boven. We moeten het zelfs niet eens zo ver zoeken. Ook Hermen Kobus crashte dit jaar zwaar op de rondkoers. Ongevallen moeten niet altijd in het stof gebeuren. Vaak willen piloten hun verlies compenseren op stroken waar geen stof is. Een goede co-piloot is hierbij een must (een onboard van Reydellet in Auxerre schiet me hier te binnen, link?). Hij moet heel geconcentreerd nota’s lezen (en als het even kijken nog eens kijken in de spiegels).

Maar de toeschouwers denken ook aan zichzelf. Een echte rallyfan is zich heel bewust van de gevaren. Dat bewijst het gros van het publiek door zelfs op plaatsen waar geen linten hangen de nodige afstand te bewaren van de weg. De attitude van de jaren tachtig en de jaren negentig is sterk veranderD. De dood van een jongeman in een tragische rally van Ieper (1995) heeft daar zeker toe bijgedragen. We zijn alerter geworden, ook bij het oversteken van de weg en het zoeken naar een plaatsje. Voor veel is het onregelmatig doorkomen van de wagens op een rondkoers een echte dooddoener.

Kosten

De rondkoers in Wervik is verdwenen.

Dan maar die zegen doorspelen aan de organisatoren. Vooral zij lijken het meest baat te hebben bij een rondkoers. Echter, er zijn er ook die het jammer vinden dat ze er een móeten organiseren. Filiep Forrest van de rally van Wervik antwoordt: ‘ik ben er tegen… maar ik heb ze zelf ingevoerd in onze rally. De veiligheidskosten voor een kilometer proef zijn hoog. En we moeten genoeg baanposten zien te vinden.’

Forrest haalt nog een argument boven, en misschien is dat een argument waar we met z’n allen kunnen aan werken. ‘De kosten voor de boeren lopen ook hoog op. Het is dus beter dat toeschouwers compact staan zodat we die kosten al niet meer moeten dragen.’

Ook Stefaan Loosvelt, deelnemende kracht van de ORC*, bevestigt dit. ‘Het is o zo moeilijk om baanposten te vinden. Het is dus zeker geen gemakzucht of een goedkope manier om veel wedstrijdkilometers te halen.’

Brede wegen zijn geen garantie op een vlotte rondkoers.

‘De rondkoersen worden niet gemaakt door het probleem van de baanposten, maar eerder om meer wedstrijd-kilometers af te haspelen’, meent Marnik Malengier, betrokken in de organisatie van de Omloop van Vlaanderen. ‘Door de drukke bebouwing is het moeilijk een lange proef uit te tekenen.’

De stemmen klinken unisono. Rondkoersen kunnen een zegen zijn, maar er moet aan een aantal regels voldaan worden. De rondkoers moet zo klein mogelijk gehouden worden om zo weinig mogelijk auto’s op het traject te hebben. Het is ook aan te raden om de rondkoers te verlaten op een T-situatie, eventueel met een chicane, en er moet een breed stuk in zitten. ‘Ook dat is niet gemakkelijk. Een breed stuk vind je gemakkelijk op een grote weg, maar daarmee sluit je veel mensen van de buitenwereld af. En rondkoersen op smalle wegen lijkt ons niet opportuun omdat we de veiligheid niet kunnen voorzien’, duidt Loosvelt. Bernard Munster en Larry Cols hebben ook getoond dat zelfs brede wegen niet volstaan om de veiligheid te garanderen.

Vlag

Een blauwe vlag kan een oplossing zijn. ‘Ja, maar dan moeten baanposten constant langs het parcours staan, en dan is het maar de vraag welke strafmaat we zullen hanteren voor iemand die een blauwe vlag negeert. Sommige piloten negeren nu al een gele vlag, laat staan een blauwe’, argumenteren Malengier en Loosvelt.

De veiligheid is inderdaad moeilijk te garanderen al doen de organisaties wel hun best om alles goed te laten verlopen. Dat primeert dan ook! In de reacties dook de rode vlag ook soms op als hulpmiddel. Een veiligheidsmiddel dat men tot nu nogal inconsequent gebruikt. ‘Je kan opgehouden worden, maar dan bestempelen we dat als wedstrijdfeit, net zoals je kan opgehouden worden op een rit in lijn’, klinkt het nog. ‘Er moet gewoon een goede communicatie zijn vooraf. Als er iets gebeurt dan moeten we as soon as possible kunnen ingrijpen aan de start.’

Dat een rondkoers een vloek is voor piloten lijkt wel een terechte stelling, of niet? ‘Degene die nog nooit iets voorgehad heeft op een rondkoers zal niet mopperen, de piloten in het andere geval zullen er negatief tegenover staan’, gaat Malengier verder.

Rally is bovenal een gevecht tussen man, wagen en natuur. Extra hindernissen zoals tragere piloten, of voorwerpen die de natuurlijke rijlijn hinderen horen niet meer thuis in de stelling dat de rijders zich moeten aanpassen aan de omstandigheden. Frustratie is daarbij een sleutelwoord.

Maar het is meer dan dat (en dan gaan we terug Sandropovway)

La Radouxte weer getemd

Je moet geen Gilbert heten om te heersen op La Redoute.

Dit weekend stond het eerste criterium Claude Legros op het programma op de wereldbefaamde La Redoute. Jean-Philippe Radoux was de absolute heerser op de helling. De halve Zwitser vierde in de laatste van vier ronden zijn overwinning al door aan de voet het publiek te verwennen met de nodige donuts. Stéphan Hermann won in D123, Jean-Pierre Van de Wauwer, die in laatste instantie met zijn vertrouwde Lancia Beta aan de start kwam ten koste van de Skoda Fabia s2000, deed hetzelfde bij de historics na een spannend gevecht met Johnny Delhez.

De lokale overheden zijn er ook niet tuk om in rondjes te hotsen over hun wielermonument maar de Ecurie Chawresse kon de overleden Claude Legros alsnog eren met deze leuke rallysprint.

Het viel daarbij op hoe weinig de rijders elkaar leken te hinderen. Op deze vreedzame dag vielen geen knipperende lichten en opdringerige toeters te zien of te horen. Iedereen maakte mooi ruimte wanneer een snellere deelnemer naderde. (En zonder een steen te werpen, maar hier werden echt wel véél spiegels afgereden.) Hier leek een vlotte rondkoers wel mogelijk (al kunnen we niet in het hoofd kijken van de piloten).

Naar mijn mening waren de deelnemers zich heel bewust dat ze meededen aan een sprintje op een rondkoers. Wie niet houdt van dit soort sprintjes blijft beter thuis, maar toch schreven zich (alweer) meer dan honderd piloten in. Precies een kleine Copernicaanse omwenteling in het gedachtegoed vooraleer de helm wordt aangespannen. Beseffen dat achter iemand kan terechtkomen en beseffen dat je net zo goed in de poep kan genomen worden. Alertheid en besef, een aandachtige co-rijder en respect voor uw collega’s op de rondtocht. Allemaal hopend dat ze de wagen in één stuk kunnen thuisbrengen en dat ze ’s avonds nog alle piloten recht in de ogen kunnen kijken. (Philip Cracco heeft zijn excuses aangeboden en ziet zijn zonden vergeven. Ik hoop dat me dat nu ook gegund is!).

En nu, dit gezegd zijnde! Op naar Ieper!

Deze slideshow vereist JavaScript.

*Stefaan Loosvelt geeft zijn eigen mening en spreekt dus niet uit naam van de ORC.