news
Bulls eye! In zijn eerste optreden met een WRC stond Olivier Cartelle meteen op het hoogste schavotje. In de rally van de Hoge Venen ging Dominique Kremer en Daniël Molter vooraf. Patrick Bourgeois die de Skoda Fabia s2000 aan de tand voelde, moest in de slotfase opgeven.
Wanneer de ruiten van uw wagen zich verstoppen onder een wit pelletje ijs, wanneer de boeren hun velden leegplukken en wanneer de vallende blaatjes een bont tapijt vormen, dan weet je… Het is herfst. Voor een rallyfan betekent het zoveel als: het seizoen zit er bijna op, laat de Condroz maar komen.
De rallye du Condroz is traditioneel de afsluiter van het nationale Belgische rallykampioenschap en gezien de klimatologische grillen en het geografische plateau is de hekkensluiter de absolute publiekslieveling van de autosportliefhebbers. Ook al omdat veel piloten nog eens diep graaien in de geldbeugel om toch maar aanwezig te zijn op het eindseizoensfeestje. En of dat dit jaar weer zo zal zijn. Grooten, Bouche, Julien, Vandewauwer braken hun spaarvarken al op.
Nog één van die mannen die er dit jaar wil bijzijn lijkt Patrick Bourgeois. L’Artisan doet bij veel mensen geen belletje rinkelen maar volgers van het Waalse provinciale kampioenschap kennen hem maar al te goed. Voor de JMC rallye des Hautes Fagnes klopte Bourgeois aan bij René Georges om een Skoda Fabia s2000 te huren. Bourgeois leek zich meteen te amuseren in zijn speeltje en deed mee voor het podium, tot hij in de slotfase van de wedstrijd zijn verhaal aan een einde zag komen tegen een paaltje.
Inmiddels had Dominique Kremer zich al verzekerd van een plaatsje op het podium. Kremer stak de ganse dag in het goede ritme en kon zelfs even dromen van de overwinning maar de Skoda Octavia WRC bleek net iets te snel. Vreemd genoeg gaat het hier niet over de Octavia van Bernard Munster. Big Bernie kreeg in het begin af te rekenen met turboproblemen en zag zo zijn winstkansen verdwijnen. Munster vocht nog voor het podium maar in de laatste bocht van de laatste proef liet hij zich verrassen door het kleddernatte wegdek en schoof nog even het decor in. Daniël Mölter zag daardoor een uitstekende wedstrijd bekroond met een podiumplaats.
De winst was dus weggelegd voor die andere Octavia uit de stallen van BMA. De blauwe Skoda van Olivier Cartelle bleef (eindelijk eens) van problemen gespaard waardoor Cartelle de wagen maar over het parcours diende te loodsen. Cartelle toonde, net als Bourgeois, over een uitstekend adaptatievermogen te bezitten door meteen heel agressief, doch secuur het heuvelachtige parcours rond Jalhay over te rijden. Een klinkende overwinning voor een man die nooit eerder in zijn leven het stuur van een WRC in handen had genomen.
3 op 3
Spanning ten top in divisie 1-2-3 want ondanks het vroege wegvallen van Ringo Servais maakten Eric Charlier en Bruno Blaise er een ware secondenslag van. In de eerste ronde leek de gele Peugeot 306 van Charlier afstand te kunnen nemen van de tegenstand maar Bruno Blaise knabbelde in de tweede lus seconde na seconde van zijn achterstand af. Na acht klassementsproeven bedroeg het verschil amper tien seconden. Uiteindelijk wist spektakelman Blaise zijn derde overwinning in drie jaar te behalen omdat een cardan op de Peugeot het begaf. Jean-Pierre Vandewauwer werd tweede in zijn Lancia Beta, Stéphan Herman derde.
Terwijl Jalhay zich verwarmde aan het mooie deelnemersveld, zeker rekening houdende met het feit dat op een handvol kilometers de rally van Luxemburg op het programma stond (waar Claude Streicher de Belgen Olivier Collard en Bruno Thiry voorafging), zocht men in Estinnes tevergeefs naar een mooie naam om op hun erelijst te schrijven. Patrick Clajot en Philippe Dewulf stuurden hun kat naar het Henegouwse dorpje, en voor de gedoodverfde favoriet, Manu Bouts, werd het geen hoogvlieger, alhoewel (Pudum Tsjjjj). Bouts vloog over een berm nadat hij zijn rempunt had gemist en moest de strijd staken. Winst was er voor Deroubaix in D 1-2-3. In divisie 4 ging de winst naar Gregory Brenta in een Subaru Impreza. En in Catalonië ging de groepswinst naar San Sebastian Loeb.