Tags

, , , ,

Actua

Het was weer zo’n weekend waarvan er niet veel gemaakt worden in een jaar. Er werd gestreden op verschillende fronten. Er was de Terre de Cardabelles, er was de IRC-manche in Sanremo, er was een kampioen in Nederland met een Belgisch tintje en er was de rally van Luxemburg waar het Belgische tintje werd ingekleurd door de komst van een cup’ke of twee.

Misschien eerst even over de Terre de Cardabelles waar het eindelijk nog eens de moeite loonde om die mooie FFSA-site te bezoeken en de resultaten te volgen. Emmanuel Gascou ging er Germain Bonnefis gaan uitdagen. Eerder dit jaar schreven we dat het tijd werd dat men bij Peugeot die jongen uit zijn lijden verloste en hem ergens liet spelen waar er concurrentie is, want behalve Paul Chieusse is er hoegenaamd geen sprake van een evenknie voor Bonnefis. Jonge Germain proefde ondertussen al van het internationale circuit maar ook hier, in Cardabelles, kon hij zich nog eens uitleven. Het leek alsof hij verrast leek dat er op plots iemand op de startlijst stond die hem kon belagen want Gascou klokte zaterdag een 3 op 3 in de aanvangsfase. Maar hoe Bonnefis een achterstand van 10 seconden omboog naar een voorsprong van 10 seconden was indrukwekkend en matuur. Bonnefis was dan ook de rechtmatige winnaar van die Franse Terre-manche. Ook de DS3’s lieten weer van zich horen met een absoluut weergaloze Stéphane Consani. Wat hadden we die man graag in de Elzas gezien in de Mini. Gewoon, om eens te zien wat hij ging kunnen doen tegen Seb (alweer een Seb) Chardonnet. Heerlijk potje rally.

Waar er ook een heerlijk potje rally werd afgekoerst, was in Italië. “Giando Giando” (het is blijkbaar in de mode om alles te vermenigvuldigen) was ijzersterk in zijn Fiesta RRC in de Sanremo. Juho Hänninen werd de daken opgejaagd, en ook de Tsjechische kampioen Jan Kopecky moest met een pruillipje toezien hoe Basso al halfweg de rally perfect kon gaan controleren. Naast de strijd, alhoewel … strijd, in de top was het vooral uitkijken naar dat kleine Franse monstertje dat op het publiek werd losgelaten. Je zou kunnen denken dat we het over kleine Napoleon Bryan Bouffier hebben, maar ik heb het hier vooral over de 208 R2, hier getemd door Bouffier. Een splendide debuut, zonder al te veel problemen (toch zeker in vergelijking met die keer dat Peugeot de 206 WRC liet debuteren).Bouffier kon net zijn positie niet behouden in de top vijftien, maar dat hij het tempo kon aanhouden van Robert Consani, die nochtans eens tweede reed in een te vergeten IRC-manche, was straf…Zelfs voor Boufferke. Dat R2’tje is goed geboren en lijkt nu al de referentie te worden.

Echter, de referentie in R2 is en blijft Thierry Neuville. Hoe die weer van jetje gaf in de rally van Luxemburg… NeuNeu spoelde een frustrerende, doch knappe, Elzasrally door met een knalprestatie in Luxemburg. Constant sneller dan alle R3’s en Evo’s en ander zwaar tuig, en zelfs min of meer het tempo aanhouden van een Skoda s2000 en dat dus in die kleine Citroën C2 R2 Max. Bruno Thiry en Kevin Demaerschalk, vooral die laatste, zullen toch ook wel even stil zijn geweest. Demaerschalk, hij die niet kan inroepen dat hij voor de punten ging en niet voor resultaat anders blijf je gewoon netjes op de weg, tot na de laatste proef.

Het was dus een beetje het weekend van de R2’s. Kleine straalvliegtuigjes waarvan we hopen dat ze ons nog lang mogen verblijden. Komt dat juniorkampioenschap er nu in België, met alle merken? Laat ons hopen, want wat een plezier hebben we al beleefd aan die C2, Fiesta, Fabia, Twingo, … En niet te vergeten, daar worden talenten gescheten (of moet ik nogmaals verwijzen naar die kweekvijver in Frankrijk?)!