Tags

, , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,

Blog

De BFO Award. Een kleinood die een sterke man in de rally beloont met een gratis inschrijving voor de daaropvolgende rally. Maar ook vaak voer voor discussie, want hoe bepaal je nu volledig objectief wie de opvallendste prestatie wist neer te zetten in een rally? Net zoiets als een prijs uitdelen voor spectaculairste man van het pak,… Wat zijn daar de criteria van? Iemand die in een reeks waaiers zijn voet ver weg van het rempedaal laat of iemand die in een haakse bocht snel de weg vindt naar de handrem? Moeilijk te bepalen allemaal en dus lokt de beslissing vaak onvrede uit bij piloten die vonden dat zijzelf, en niet die andere, de prijs verdienen.

Ik hoor een blije Bjorn Renier nog zeggen (sorry dat ik u hier even citeer en misbruik maak van een informeel momentje): ‘Ik had die prijs eigenlijk ook wel verdiend’. En gelijk heeft ie. Renier eindigde in een kleine doch vinnige Clio vijfde algemeen in het criterium. Een heel mooie prestatie als je het startveld bekijkt en puur op basis van de kracht van de wagens een glansprestatie.

Renier zou die woorden waarschijnlijk nooit hebben uitgesproken mocht de prijs zijn gegaan naar een piloot uit het nationale gedeelte, want ook hij, net zoals ik, wist waarschijnlijk zelfs niet dat die award kon gaan naar een rijder in het RACB criterium. Toch was het geheel terecht dat die prijs niet naar een rijder van het nationale gedeelte ging, want eerlijk, bekijk de uitslag eens.

Geheel normaal

Pieter Tsjoen wint wat geheel normaal is gezien die Citroën C4, Patrick Snijers wordt tweede wat normaal is want de Mini is de op een na sterkste wagen van het veld. Freddy Loix wordt derde wat normaal is want het is Freddy Loix. Jonas Langenakens wordt vierde want de Ford Focus is een prijsbeest met een onervaren piloot (in een WRC dan toch) aan het stuur. Paul Lietaer wordt vijfde wat normaal is want Lietaer is een streekrijder. David Bonjean wordt zesde wat normaal is met zo’n sterke Peugeot 307. Vincent Verschueren wordt szevende wat normaal is gezien die Polo niet het niveau haalt van een 207 s2000, Bert Cornelis wordt achtste wat normaal is met die rode WRC (toch wel knap voor de WRC-debutant!), Andy Lefevere wordt negende wat normaal is met die achterwielaangedreven BMW in het natte weer, Sebke Sturbois wordt tiende wat normaal is gezien de gebrekkige kennis hier en zijn dino-WRC, en zo kan ik nog even doorgaan. Integendeel, verderop zitten meer ontgoochelingen dan verrassingen. Geheel normaal dat de BFO Award naar het criterium gaat.

Ook welgekomen want zoals eerder al gezegd, dat criterium is maar een heel bedenkelijke vervanger van het oude nationale kampioenschap. Behalve Jean-Luc Berleur (en dan nog) kon niemand in dat kampioenschap zich opwerken en ook voor de toeschouwers blijft het weinig aantrekkelijk en wordt het pas bekeken in een dood moment of op een rally waar maar 40 teams deelnemen in het nationale gedeelte (en er dus tijd zat is om eens te wachten op nochtans snelle Cools’en en Renkins’ van deze wereld). Een mooie geste dus om ook eens dat RACB criterium in het daglicht te stellen.

Compromis à la Belge

En nog meer diplomatiek want de BFO Award werd toegekend aan Markus Meyer uit Sankt-Vith. Moch? Allégow? Sankt-Vith? Dat is toch waar later dit jaar de East Belgian Rally plaats vindt, en waar de TAC de schouders onder de organisatie ervan steekt? Het lijkt een staaltje spitstechnologie om op een dood moment iedereen tevreden te stellen: het RACB Criterium, de organiserende instantie van de afgelopen rally (TAC dus) en diens zusterorganisatie AMC Sankt-Vith! Een compromis à la Belge. Of zoek ik het nu te ver?

Soit, even de complottheorieën aan de kant schuiven, want Markus Meyer is dé terechte winnaar van de BFO Award. De Sankt-Vither heeft het de jury van de BFO Award zelfs gemakkelijk gemaakt en heeft hen staat gesteld om die verdeel-en-heers-politiek te voeren. Meyer laat dus het staaltje topdiplomatie gemakkelijk toe. De vriend van Thierry Neuville, en vaak ook zijn ouvreur, reed een meer dan opmerkelijke rally. Die jongen had nog nooit een West-Vlaamse coupure van dicht gezien, laat staan erin gedoken, maar Meyer ontbond onverschrokken zijn duivels op de proeven in en rond Tielt met enkele fantastische tijden, zelfs in natte omstandigheden. Onderschat dat niet, want zijn kleine doch enorm performante Yaris blijft een voorwielaangedreven dingetje. Bjorn Renier was dan ook de eerste om toe te geven dat Meyer de Award verdiend. Veel te braaf die Renier, op een moment dat hij het recht had om te stoefen!

Marchin

Markus Meyer

Markus Meyer bewees twee dagen later dat hij de Award echt verdient. In de rallysprint van Marchin, gisteren op Paasmaandag, besloot de Oost-Kantonner de wedstrijd op een derde plaats. En Meyer klokte tijdens de vierde ronde op een verzopen parcours zelfs een besttijd. Sneller dan winnaar Philippe Dewulf in een Corolla WRC, sneller dan Olivier Docquier in een nukkige Escort Cosworth en sneller dan Jean-Luc Berleur (Heb ik die naam al niet gebruikt vandaag?).

Oja, de BFO Award voor domste opgave in RS Marchin zou zeker naar Hubert Deferm zijn gegaan. Deferm reed respectievelijk op een steen, paaltje, boompje, muur, om Olivier Docquier door te laten. Je zou voor minder vloeken.