Tags

, , , , , , , ,

blog

Zoals we vorige week al schreven in onze voorbeschouwing op de Rallye du Touquet werd het pas interessant in de Franse openingsmanche rond startnummer twintig. Daar waar de cups het deelnemersveld begonnen te beheersen. De suspense was er vaak te snijden. Maar ook in Moorslede was spanning alom aanwezig.

Robert won het ereduel tussen de DS3's.

Alsof Alfred Hitchcock er zijn in hand in had vorig weekend. Op tal van fronten werden duels uitgevochten op het scherpst van de snede. Halen we er even de tussenstand van de Rally van Touquet na dag één bij. Op de zevende plaats vonden we de vice-kampioen van Frankrijk terug. Cédric Robert had een kleine tien seconden achterstand op Damien Delanoué, maar belangrijker voor Robert was dat hij er een tiental voorstond op Manu Guigou die op zijn beurt nagenoeg ex aequo stond met Marc Amourette. Vijftien seconden later volgde Kris Princen en nog eens twee tellen verder stond Mathieu Arzeno. Niet alleen de strijd tussen de voorwieltrekkers was bitsig maar vooral de strijd tussen de Citroën DS3’s was aardig om volgen omdat zowel Robert, Amourette en Arzeno over nagenoeg dezelfde wapens beschikten.

Arzeno toonde competiviteit maar werd door een lekke band teruggeslagen.

Na de eerste doortocht op de monsteretappe Hucqueliers op zaterdag, misschien wel één van de mooiste proeven in West-Europa, werden de drie amper door een half minuutje gescheiden, met nog steeds Manu Guigou die de Mégane RS kwam uittesten en Kris Princen, ertussenin. In de namiddag moesten Amourette en Arzeno de rol lossen. Arzeno werd slachtoffer van een lekke band en verloor meer dan twee minuten. Voor Amourette was het kalf ook al half verdronken, maar de snelle Nordist uit het dorpje met de schilderachtige naam Hameau les Hauts Buissosn gaf de moed niet op en noteerde tijdens de laatste doortocht op Hucqueliers een fenomenale vierde tijd. Slechts dertien seconden achter Robert, een man die vroeger zijn mannetje kon staan op WK-niveau (veeleer op asfalt weliswaar). Noteren we er voor de gezellig nog bij dat Manu Guigou amper vijftien tellen daarachter volgde. Kris Princen kon niet volgen op de droge wegen van de zaterdag, maar was snelste Clio.

Amourette kwam nog aanklampen en reed nog een knappe vierde tijd op de laatste proef.

Ook zijn podiumgezellen Eric Mauffrey en Thomas Barral hadden er een secondenslag opzitten. Waar het minder spannend was, was bij de Twingo R1-cup. Gilbert Quentin was maar liefst drie en een halve minuut sneller dan zijn dichtste achtervolger…Is de nieuwe Sebastien Loeb nu al geboren?

Tsjoen had de ideale test voor Tielt.

Met een klein en bang hartje naar Moorslede op zondag…Tsjoen afgetekend, dat wisten we op voorhand, maar wat we niet wisten was dat ook in de achtergrond het meeste plezier viel te beleven. Andy Lefevere moest alles uit zijn BMW persen om Didier Duquesne 1,65 seconden voor te blijven, en Tim Van Parijs gleed negen tienden sneller over het parcours dan VAS-kampioen Bert Coene om uiteindelijk een mooie rally te besluiten op een vijfde stek.

Er werd gegoocheld met honderdsten en tienden van een seconde. Spontaan denken we dan terug naar de Rally van Nieuw-Zeeland, editie 2007. Marcus Grönholm klopte er de toekomstige wereldkampioen van dat jaar, en vele jaren ervoor en erna, Sebastien Loeb met amper drie tienden van een seconden. Hallucinant, maar wat de mannen bij de historics presteerden in Moorslede mag gerust de vergelijking doorstaan.

Tijdens de eerste drie doortochten op de hertekende proef tussen Dadizele en Moorslede klokte telkens een andere rijder (én een andere wagen) de snelste tijd. Wim Decock won verrassend de eerste ronde, Tuur Vanden Abeele haalde het in de tweede ronde, posteerde zich op kop en ging de Porsche van Decock met twee tienden vooraf. Geert Vandoorne was de snelste op de derde doortocht en mengde zich volop in de debatten. De Escortrijder won tevens ook de vierde proef en zette de anderen onder druk. Vanden Abeele klokte de derde tijd maar ging uiteindelijk toch met de overwinning lopen.

Decock bleef opvallend dicht bij Vanden Abeele en Vandoorne.

De BMW-rijder was slechts 24 tienden sneller dan Wim Decock die de finish haalde met een rokende Porsche. Decock werd toch nog beloond met de tweede plaats, want Geert Vandoorne kwam acht honderdsten tekort voor die tweede stek. Het verschil tussen overwinning en derde podiumstek was dus minder dan twee en een halve seconde. Twee en een halve keer niets.

Het hoeft niet altijd saai te zijn als Pieter Tsjoen en Eric Brunson de kloof snel uitdiepen. Laten we eens verder kijken dan die bloedmooie WRC’s en die piloten die de rest degraderen tot figuranten. We mogen ons soms wat meer richten op wat echt telt, de kunst van een piloot die net iets meer kan dan een andere en die boven zichzelf uitstijgt in tijden van onmenselijke druk. Focussen op de spanning, de emotie errond, en het drama! Dit weekend was warempel een weekend waar er opnieuw reclame werd gemaakt voor onze favoriete sport. Laten we hopen dat Ken Loach het scenario van de rally van Portugal niet zal schrijven…

Deze slideshow vereist JavaScript.